07 december 2008

Fotoś!

Hallo allemaal.
Vandaag is er een begin gemaakt met het uploaden van de fotoś van ons in Australie.
Er zullen er meer volgen, veel plezier ermee!

De link is:
http://picasaweb.google.nl/ericavd/Australie2008Deel1#

Something fishy

Dag 24: Karijini -> Tom Price
Vandaag hebben we heerlijk de hele dag op eigen houtje door Karijini gebanjerd. De vele gorges zijn allemaal even mooi, al heb je soms je abseildiploma nodig om beneden te komen. Sommige 'pools' zijn iets makkelijker te bereiken, ontdekken we bij Fortescue Falls, al moesten we ook best nog even klauteren om deze watervallen te bereiken.

Eenmaal beneden zien we twee jongens uit het bos komen. 'Be sure to check out the other pool further on down as well', zegt de ene. Daarom lopen we verder over een paadje waar geen bordjes langs staan en komen we bij Fern Pool. Dat is een meertje met een kleinere waterval dat er betoverend uitziet. Je mag er niet in springen en je mag geen harde geluiden maken, want dit is een speciale plaats voor de Aboriginals. Het blijkt lastig om je aan de laatste restrictie te houden.

Rondom de ladder die je moet gebruiken om in het water te komen, dobbert een hele school vissen. Ze kijken nieuwsgierig wat voor voeten er nu weer naar beneden komen zakken. Rik gaat eerst. Hij laat zich rustig via de ladder het water in glijden dat overigens verdomde koud is. Alsof het niets is, zwemt hij een eindje en dobbert hij rustig in het rond, terwijl Erica met een schuin oog de 200 vissen bekijkt die nog altijd rondhangen voor de enige entree tot deze uiterst aantrekkelijke zwemplek.

Dapper zet ze haar voeten op de bovenste tree van de ladder. Dan de tweede, dan de derde, terwijl ze haar been heftig heen en weer haalt om de beesten de stuipen op het lijf te jagen. Net zo lang tot ze een van de vissen recht in het gezicht raakt en gilt van schrik. Oei. Dat mocht dus niet. Maar probeer je hoofd maar eens koel te houden als je grootste nachtmerrie bewaarheid wordt.

Vier keer zo snel als de afdaling ging, sprint ze de ladder weer op. Vissen zijn okay in een aquarium of als je kan zien wat ze doen (lees: met een duikbril op), maar als ze de aanval openen op je benen, zijn ze angstaanjagend. Dus zit er niets anders op dan jaloers en zwaar onder de indruk kijken naar Rik die nog altijd lekker aan het poedelen is.

Als Rik alweer lang en breed is opgedroogd, komt er een mevrouw met twee zoontjes van een jaar of 3 en 1. Doodleuk laten ze zich zonder ook maar een spier te vertrekken in het meertje zakken en zwemmen ze een eind heen. Dat is Erica's eer te na. Ze waagt nog een poging om van de ladder af het meer in te komen en trapt dit keer geen vissen knock out. De euforie is groot als ze een paar tellen later dan toch in Fern Pool zwemt.

We lopen en stukje terug naar Fortescue Falls en besluiten daar ook nog even te gaan zwemmen. Hier zijn gelukkig een stuk minder vissen. Dus Erica durft zowaar net als Rik helemaal naar de waterval en weer terug. Daarna is het jammer genoeg alweer tijd om Karijini te verlaten.

We willen de nacht doorbrengen in het stadje Tom Price, maar dat is nog niet makkelijk. Omdat we nagenoeg ons hele dagbudget nog beschikbaar hebben en omdat de pomp (om het luchtbed op te pompen) kapot is, hebben we besloten onszelf te trakteren op een nachtje in een cabin. Dat is een soort stacaravan die je op bijna alle Australische campings kunt huren. We rijden naar de enige camping met de uiterst originele naam Tom Price Caravan Park, maar daar blijken alle cabins te zijn verhuurd.

In de Lonely Planet hebben we gelezen dat er nog een Lodge is en we zijn inmiddels ook een motel gepasseerd. Ook hier blijken alle kamers vergeven, want er is een evenement voor mijnwerkers en die zijn van heinde en verre naar Tom Price gekomen. Het hele stadje wordt dus bevolkt door mannen met baarden die in knalgele hesjes weer in die auto's met van die oranje vlaggetjes rijden. Helaas pindakaas, dat wordt dus weer kamperen.

Dan hebben we dus een nieuwe pomp nodig. Wederom mission impossible! Alle winkels zijn al dicht, dus geen pomp te krijgen. Zelfs de 'Two Buck Shop' (een vrachtwagen die speciaal voor de kerstinkopen langs alle gehuchten toert) is al gesloten.

Volgende plan is om bij onze buren op de camping om een pomp te bedelen. Ze zijn allemaal erg behulpzaam, maar niemand heeft een opblaasapparaat dat op ons luchtbed past. Uiteindelijk besluiten we dan toch maar te gaan blazen en we vervloeken voor het eerst onze keuze voor een queensize luchtbed in plaats van een gewone 'double'. De buurvrouw heeft medelijden en komt een kopje koffie met een koekje brengen. Da's lief!

Dag 25: Tom Price
Dag 25 alweer... Zucht, de tijd vliegt, al hebben we aan de andere kant het gevoel dat we al maanden onderweg zijn. De dag begint op de grond, want het luchtbed blijkt lek. En dat na de avond waarop we de meeste moeite ooit hebben gedaan om die hele lading lucht ín het bed te krijgen. Verder zijn op deze camping ook weer veel kaketoes, ze hebben hier zelfs roze, en die zijn al vroeg met elkaar aan het communiceren.

We hebben besloten om nog een dagje in Tom Price te blijven, want we hebben van alles te doen. Erica wil hier bijvoorbeeld naar het ziekenhuis, voor een medische verklaring die ze nodig heeft om in Exmouth haar duikbrevet te halen. We hebben van de Duitser in Karijini gehoord dat zo'n verklaring in Exmouth zelf nogal prijzig is. Verder moeten we dus op jacht naar een nieuw luchtbed en een pomp. We moeten even op internet om wat administratieve zaakjes te regelen en we moeten een was draaien. Wees dus maar niet jaloers op ons, hoor. Reizen is hard werken, dat heb je vast wel begrepen.

In het ziekenhuis in Tom Price werken alleen zusters. De doktoren hebben ze naar een ander gebouw verbannen, maar een van hen is wel zo aardig om een afspraak voor die middag te maken. Om 15.15 uur moet Erica zich melden bij dokter Howard. Bij de plaatselijke hardware store vinden we een nieuw bed en een handige pomp (waarover straks meer). Daarna brengen we nog een bezoekje aan het Visitor Centre, waar een tour naar de plaatselijke mijn in de aanbieding is. Rik is erg geïnteresseerd, Erica wat minder, maar die moet toch naar de dokter, dus die heeft een excuus.

Rik stapt dus op de bus naar de mijn en Erica besluit om op de camping even een broodje te gaan eten. Terwijl ze wacht tot het tijd is om naar de dokter te gaan, rijdt ze nog wel even een kras op de huurauto. Om de automatische pomp aan te kunnen sluiten op het luchtbed dat in de tent ligt, moet de auto zo ongeveer in de tent worden geparkeerd. De heenweg gaat goed, maar op de terugweg schraapt de achterbumper van de auto langs een venijnig scherp kraantje. Lekker handig zo'n automatische pomp... Grmmbl.

Alles wordt echter weer in perspectief gezet door de buurman, die aan komt rijden als Erica zich in de schaduw heeft geïnstalled. Hij heeft duidelijk behoefte aan een praatje. Nadat ik hem onze reisplannen heb uitgelegd, vraag ik hem of hij misschien ook een 'minie' is. We weten niet zeker of ze mijnwerkers écht zo noemen, maar wij vinden het wel grappig klinken. Bovendien heet de Woolworths hier de Woolies, het Leger des Heils noemen ze de Salvo's (Salvation Army) en brandweermannen zijn Firies. “Dat was ik wel”, zegt hij, “maar ik ben zojuist naar huis gestuurd.” Slik. Wat zeg je op zo'n moment?

Bij deze man hoef je je daar niet druk om te maken, want ik word vervolgens getrakteerd op zijn hele levensverhaal. Na een half uur luisteren en af en toe knikken weet ik dat hij oorspronkelijk uit Nieuw Zeeland komt en dat hij ooit een schapenboer was, die ook kiwi's verbouwde. Dat was tot de recessie van 1978, waar hij niet goed doorheen kwam. De dag waarop 'ze' beslag legde op zijn boerderij was de afschuwelijkste in zijn leven. Niet vanwege het land of het huis, maar vanwege de dieren, zijn levenswerk.

Toen heeft hij een paar jaar van alles en nog wat gedaan en uiteindelijk is hij toch weer aan het boeren geslagen op het zuidereiland van Nieuw Zeeland. Zijn vrouw is in 1993 overleden en toen hij zijn kinderen had grootgebracht, was het zijn droom om samen met zijn zoon opnieuw een boerenbedrijf te beginnen. Daar waren ze hard voor aan het sparen, maar zijn schoondochter bleek het geld net zo hard weer over de balk te smijten.

Ze heeft al zijn spaargeld (zo'n 100.000 euro) opgemaakt en hij heeft ervoor gezorgd dat ze daarvoor in de gevangenis is beland. Nu werkt hij dus in de mijnen van Australië om snel geld te verdienen. Maar in zijn hart is hij nog steeds een 'cattleman'. Hij heeft trouwens pas een metaaldetector gekocht. Zolang hij nog geen andere klus heeft gevonden, gaat hij maar een beetje naar goud zoeken, lacht hij.

Het was inmiddels tijd geworden om naar de dokter te gaan. Het slimme idee om wat geld te besparen, bleek achteraf toch niet zo briljant. Voor 35 dollar wist ik wat mijn bloeddruk was (prima in orde) en dat ik geen ruis om mijn hart had én dat ik, mocht ik echt zo'n medische verklaring nodig hebben, niet bij iedere dokter terecht kon. Dat moet een speciaal daarvoor gecertificeerde arts zijn. Snel verdiend. Voor de dokter dan.

Ondertussen, in de Tom Price Mine...
Om half 2 werden we opgehaald met de touringcar om van de plaatselijke vvv naar de mijn te gaan. Van te voren kregen we een helm en veiligheidbril, zodat ons in ieder geval niets kon gebeuren.
We zaten met 14 mensen in de bus, dus dat was een mooi klein groepje.
Nadat we door de poort gelaten werden, moesten we wachten op het begeleidend voertuig.

Als eerste rijden we langs de plaats waar alle grote kiepwages worden onderhouden. Daarna reden we een hoge berg op, waar een kiepwagen staat die we van dichtbij mochten bekijken (ook zo'n grote!). Daarnaast was deze berg een uitkijkpunt, zodat we een mooi uitzicht hadden op de omgeving.

Ondertussen vertelde de chauffeur hoe de mijn in elkaar steekt en legde hij uit dat het een ijzermijn is en dat de totale oppervlakte van de Tom Price Mine 8 bij 13 km is!

Na het volgende rondje over de mijn, zien we de putten waar de erts uit gewonnen wordt. Daarna komen we aan bij het 2e uitzicht punt, waar we een compleet ovezicht hebben van de mijn. Hier zien we het hele proces, de boor, de kiepwagens, de stortpaats waar de ruwe erts verzameld wordt, de machine die de erts uit de steen breekt en tot slot het rangeerterrein waar de treinen (ongeveer 284 wagons per trein) vertrekken naar de haven.

Nadat we nog wat fotos gemaakt hebben, gaan we weer de bus in en worden we weer naar de vvv in Tom Price, waar Erica mij weer ophaalde om naar de camping te gaan. Dat was cool in de mijn!

In de camp kitchen is vandaag letterlijk een buslading Duitsers neergestreken. Ze reizen met zijn veertienen in een touringcar en houden nagenoeg alle plekken bezet. We zitten dus vroeg voor onze eigen tent en wachten op de kangoeroes, die hier een slagje groter zijn dan die we eerder tegenkwamen.

Dag 26: Tom Price -> Exmouth
Vandaag werden we voor eerst sinds tijden weer eens gewekt door de wekker. Dat leek ons wel verstandig, want er staat vandaag weer een lange reis op het programma. 616 kilometer naar Exmouth aan de kust. Als Rik net zijn ogen open heeft en rechtop gaat zitten in de tent, ziet hij door het zijraampje een enorme staart. Er zit een kangoeroe vlak naast de tent en hij is een stuk groter dan de kangoeroes die we tot nu toe zijn tegengekomen. Hij heeft zijn broer bij zich en zodra wij van de ergste schrik zijn bekomen, laten ze zich gewillig vastleggen op de gevoelige plaat.

Omdat Erica een beetje hoofdpijn heeft, rijdt Rik de hele weg naar Exmouth. Onderweg horen we hoe het Harry Potter in deel twee vergaat en aan het eind van de middag komt de zee in zicht. Niet zomaar een zee, maar eentje die van diep donkerblauw langzaam overgaat in licht turquoise. Dat vraagt om nadere inspectie en we nemen ons voor om morgen lekker een dagje naar het strand te gaan. Hier kun je namelijk ook gewoon zwemmen, want killer kwallen komen hier (echt) niet.

We bekijken de drie campings die Exmouth rijk is. De ene blijkt te afgelegen, de andere heeft een stomme receptioniste, dus de keuze is snel gemaakt.

Er staan weer veel Wicked Campervans op de camping, dat zijn beschilderde huurbusjes die zijn omgebouwd tot een soort campertje. Achterop prijken altijd komische spreuken, zoals:

I quit the band, now I just play with myself
Atheism is a non-prophet organisation
I hate people that take drugs, police officers for example
Beauty is in the eye of the beerholder (mijn favoriet)

Dag 27: Exmouth
Voordat we naar het strand kunnen, moet eerst nog onderzoek worden gedaan naar de beste duikschool van Exmouth. Erica wil namelijk haar Padi Open Water Certificate gaan halen.

Een van de drie duikscholen doet tot na kerst geen cursussen en een andere is niet bij Padi aangesloten, maar bij een andere organisatie. De keuze is wederom snel gemaakt. Het enige probleem is dat het vandaag zaterdag is en dat ik pas maandag zeker weet of ik volgende week terecht kan in het ziekenhuis voor de medische verklaring. Het meisje van de duikschool denkt dat dat best gaat lukken. Dat zou betekenen dat ik maandag en dinsdag theorie heb en dan woensdag en donderdag praktijk en dan ben ik aanstaande vrijdag ineens een gecertificeerd duiker. Dat zou wel heel cool zijn.

Bij de duikshop kopen we voor Rik alvast een professionele duikbril. Erica gaat het vandaag nog even met een huurbril proberen om te kijken of het goed gaat met lenzen. We gaan naar Ningaloo National Park, zo'n veertig kilometer ten noorden van Exmouth. Hier ligt een koraalrif langs de kust, daarom is het beschermd gebied. Her en der zijn baaien en strandjes waar je kunt zwemmen, zonnen en snorkelen. Wij kijken vandaag bij Turquoise Bay en bij Lakeside Bay. Het strand en de zee zijn schitterend, maar het snorkelen valt eerlijk gezegd een beetje tegen. We zien wel wat vissen, maar niet de schitterende koralen en de clownvissen enzo die we hadden verwacht tegen te komen.

En we hebben echt goed gezocht, hoor. We waren zelfs te laat terug bij het bezoekerscentrum om onze gehuurde snorkelspullen terug te brengen. Ohoh... Als we nou morgen onze 80 dollar borg maar terugkrijgen...

Dag 28: Exmouth
Gezien het feit dat er nog allemaal snorkelspullen achterin onze auto liggen, besluiten we ons geluk vandaag nog maar eens te beproeven. We gaan het proberen bij Oyster Stacks. Er is een probleem: je mag hier alleen het water in als het hoog water is, omdat het koraal zo dicht aan de oppervlakte ligt. We moeten dus wachten tot 13.15 uur en dan kunnen we een uur lang rondkijken.

Deze plek blijkt honderd keer beter dan de baaien waar we gisteren waren. We zien honderden vissen en visjes, die aan kleurig koraal knabbelen. Zebravisjes en knalblauwe visjes kijken ons bijdehant aan en vanonder een grote rots worden we aangestaard door grotere en minder kleurige vissen. Het water is hier wel aanzienlijk kouder dan in Broome, dus na een minuut of 30 is het niet meer uit te houden en klauteren we via de scherpe rotsen het water weer uit.

Vandaag zijn ze wel op tijd terug bij het bezoekerscentrum om onze spullen terug te brengen. Er wordt net een film vertoond over wat je allemaal kunt tegenkomen onder water in Ningaloo. Gelukkig geen dodelijke dieren, maar wel heel indrukwekkende. Zoals de Manta Ray, die planten eet en die niet over een dodelijke staart beschikt. Maar damn! Wat is 'ie groot! Ik ben bang dat ik me doodschrik en vergeet dat ik onder water zit als ik er zo eentje tegen ga komen. En dat geldt ook voor de reuzeschildpadden, de octopussen en de goedaardige, mensenschuwe haaien. Nog maar eens goed nadenken over die duikcursus...

Vanavond eten we nachos in een overvolle camp kitchen. Dit blijkt een vaste stopplaats voor de Western Xposure tour, dus we zitten gezellig tussen de backpackers goedkope wijn te drinken (8 liter voor 28 dollar en dat is omgerekend zo'n 14 euro). Je zou verwachten dat we morgen hoofdpijn hebben, maar we zijn inmiddels immuun, ben ik bang ;-)

Dag 29: Exmouth
Ik heb er een nachtje over geslapen en ik besluit om me niet door enorme vissen uit het veld te laten slaan. Ik sta om 9.00 uur voor de deur van de duikshop. Stoppen kan altijd nog, toch? En wie weet wanneer we weer zo dicht bij een koraalrif zijn...

Er is goed en slecht nieuws. De afspraak voor een medisch check blijkt geen probleem, ik heb een afspraak morgen om 16.00 uur. Alleen de duikcursus begint vandaag stiekem toch niet. Er had zich nog een meisje opgegeven, maar iemand van de duikschool had niet helemaal goed begrepen dat er nog een kandidaat was en heeft haar afgebeld. Wat een prutsers!!!

Dat wordt dus nog een dagje strand en snorkelen in Exmouth, want de afspraak in het ziekenhuis hier willen we wel afwachten. Er zijn ergere dingen ;-)

Dag 31: Exmouth
Joepie! Stoppen met roken loont: Erica beschikt over een indrukwekkende longinhoud! En ze kan heel goed hoge tonen horen. Dat komt vast ook nog eens van pas. Daar staat tegenover dat haar reflex die wordt getest door tegen de binnenkant van je linkerenkel te tikken een beetje traag is. Maar dat lijkt de dokter geen reden om niet te gaan duiken, dus zijn handtekening prijkt onder de lange checklist.

We vullen de dag verder met het selecteren van foto's om op internet te zetten, het schrijven van kerstkaarten in onze korte broek en andere huishoudelijke klusjes. Verder hebben we een tourtje geboekt. We gaan morgen onder begeleiding snorkelen rondom de Muirton Islands vlak voor de kust van Exmouth.

Dag 32: Exmouth
's Morgens om 7.15 uur worden we opgehaald en naar een schuur gebracht om duikapparatuur, duikbrillen, flippers en snorkels op te halen. Ik hoop dat ze tijdens de duikcursus een les besteden aan het aan- en uittrekken van je wetsuit. Gelukkig heeft iedereen moeite om zich in het ding te wringen, ik begon me stiekem al af te vragen of de weegschaal van de dokter waar ik gisteren op stond, misschien iets te positief was afgesteld.

Daarna de boot op die ons naar de Muirton Islands gaat brengen. De zee is ruig en dat is in het begin nog wel grappig. Na een half uur varen vind ik het een stuk minder leuk. Na nog een half uur komen we aan bij de eerste snorkelplek van de dag. De boot is redelijk vol, daarom moeten de snorkelaars wachten tot de duikers allemaal in het water zijn. “Nog langer op die stomme, schommelende boot”, is het enige wat ik kan denken. De beste remedie tegen zeeziekte is namelijk het koude water. Als we dan eindelijk te water mogen (oef, inderdaad: koud!), blijkt de onderwaterwereld ook hier schitterend.

Weer terug op de schommelende boot is het misselijke gevoel snel weer terug. Voor alle duidelijkheid: Rik heeft nergens last van, maar hij is een van de weinigen. Zeker de helft van de mensen aan boord heeft in meer of mindere mate last van zeeziekte. De bemanning besluit gesneden gember uit te delen, want dat helpt ook nog wel eens. Niet bij mij, helaas. Dus met een heel apart gevoel van binnen wordt ik in een duikuitrusting gehesen, want ik heb betaald voor een 'try dive' en die laat ik me niet door de neus boren.

Onder water heb ik eigenlijk nergens last van en kan ik gelukkig optimaal genieten van koraal en vissen in alle kleuren van de regenboog... Als we weer naar de oppervlakte gaan, moeten we een tijdje aan de kant van de boot hangen, voordat we weer aan boord mogen. Het misselijke gevoel is terug en ik kan maar net op tijd de schipper aan de kant duwen om over de reling te gaan hangen en mijn ontbijt aan de vissen te voeren...

Daarna gaat het snel beter en na de lunch ben ik weer helemaal de oude, zodat Rik en ik op de derde aanlegplaats gezellg samen kunnen snorkelen. Ik begin me steeds meer thuis te voelen in het water. Alleen de sterke stroming zorgt soms nog wel voor onzekerheid.

's Avonds besluiten we met een etentje te vieren dat we vandaag een maand onderweg zijn (of dat we nog twee maanden voor de boeg hebben)!

Dag 33: Exmouth -> Coral Bay
Maar 150 kilometer rijden vandaag, dus tegen de middag zijn we in Coral Bay met, je raadt het al, wederom een wit strand en een zee die het ook zonder photoshopbewerkingen prima zou doen op een ansichtkaart.

Beetje snorkelen, beetje luieren, beetje boodschapjes doen, beetje koken, beetje douchen en lekker in ons tentje naar de wind liggen luisteren, want die waait hier hard door de bomen en ook de maan schijnt er doorheen en zo hebben we toch nog een heel klein beetje Sinterklaasgevoel. Morgen is het namelijk pakjesavond 'back home'.

Trouwens best grappig om aan een Australiër uit te leggen dat wij 20 dagen voor Kerstmis bezoek krijgen van de broer van Santa Claus, die ons cadeautjes brengt en dat we ook nog gewoon kerst vieren: crazy Dutch!

Dag 34: Coral Bay
Op onze tweede dag in Coral Bay doen we Rik z'n zin en verkennen we de kustijn per quad. We scheuren door de duinen, die soms de afmeting hebben van een kleine berg (niet aanstellen, Erica). We stoppen om te snorkelen op de beste plek tot nu toe. Het is even ploeteren om tegen de stroom in bij het koraal te komen, maar de moeite wordt ruimschoots beloond met enorme koralen in alle kleuren (zelfs knalblauw) en weer al die leuke, kleine visjes (van mij hoeven ze niet perse groter, hoor ;-))

Als we uitgekeken zijn, is het een kwestie van je weer aan laten spoelen. We klimmen terug op de quad en rijden verder over het witte zand naar een klif vanwaar we zeker zes reuzeschilpadden in de zee zien zwemmen. We zijn midden in het paringseizoen. 's Nachts komen de vrouwtjes aan land om gemiddeld zo'n honderd eieren in te graven. Het geslacht van de kleine schilpadjes wordt bepaald door de temperatuur van de eieren. Als de eieren na een tijdje uitkomen, graven de kleintjes zich een weg naar boven en moeten ze zelf zorgen dat ze in zee terecht komen. Ook daar moeten ze zichzelf zien te redden. De overlevingskans is dus erg klein.

En passant zwemt er ook nog een grote rog (Eagle Ray?) voorbij. We worden verwend. Dan weer op de quad en terug naar het dorpje (950 inwoners, 2 campings, 4 touroperators). Je maakt wat mee op een doordeweekse vrijdag ;-)

Dag 35: Coral Bay -> Perth
De oplettende lezer zal nu meteen denken: “Hey Rik en Erica! Jullie gaan veel te snel! Er ligt nog allemaal moois tussen Coral Bay en Perth. Dat slaan jullie toch niet allemaal over?”. Wees gerust, we hebben een plan. Het is niet de meest optimale route, maar het heeft allemaal te maken met Erica's ambities op duikgebied.

Voor we vanmorgen wegreden uit Coral Bay hebben we een aanbetaling gedaan voor een cursus die begint op 15 december. We hebben besloten om de tien dagen die tussen die datum en vandaag liggen, alvast maar ten zuiden van Perth door te brengen. En dan rijden we straks gewoon 1200 kilometer terug. De benzineprijs is toch aan het dalen ;-) We hebben vandaag voor het eerst een pomp gezien waar ze minder dan een dollar per liter vroegen (omgerekend zo'n 50 eurocent).

Het is al laat als we aankomen in Perth en zonder succes zoeken we naar een camping. Uiteindelijk brengen de nacht in relatieve luxe door op een motelkamer met gratis draadloos internet en maar liefst 10 kanalen op de televisie.