31 maart 2009

Cheers mate!

Dag 82: Adelaide
's Ochtends loopt Erica in het heerlijke zonnetje (wat gaan we dit missen) naar de receptie om voor morgen een tripje te boeken. Er staat trouwens ook een wind waar menig surfhart sneller van gaat kloppen. Rik leeft zich weer uit op een ontbijtje voor 2 in de camp kitchen, waar hij tips en trucs uitwisselt met de buurvrouw van drie tenten verder. We leren hoe we 'toad in a hole' moeten maken. Met een glas maak je een rond gat in een boterham, die leg je op de bbq en in het gat sla je een ei stuk. Wauw: eggs and toast in 1! Culinaire hoogstandjes op de camping ;-)

Vlak voordat we in de auto willen stappen om af te reizen naar Middleton, gaat de telefoon. Het is de surfjuf die helaas moet melden dat het te hard waait om kneuzen als wij met een plank de zee op te sturen. Teleurgesteld, maar stiekem ook een beetje opgelucht stappen we toch in de auto. We rijden naar de Clare Valley en naar Freeling. Dit dorpje is het decor van de televisieserie McLeod's Daughters. Zelf kijken we hier eigenlijk nooit naar, maar Erica's moeder is een groot fan. Daarom maken we speciaal voor haar foto's van het kerkje, de truck stop én het Gungallon Hotel. Bij het hotel (=kroeg) maken we een praatje met de barjuffrouw, die verder niets met de serie te maken heeft, maar die best even een ansichtkaartje wil signeren. Als dank kopen we nóg een wijntje én een McLeod's Daughters theelepeltje.

Het is inmiddels een uur of vijf en in de kroeg wordt het steeds drukker. Veel locals gan uit hun werk een biertje drinken en in de meeste Australische pubs kun je (net als in Engeland) voor weinig een maaltijd krijgen. Ideaal: een natje, een droogje, samen met je buren commentaar leveren op het nieuws en je favoriete soap (meestal Neighbours) en dan naar huis, waar je alsnog op een christelijke tijd in bed ligt.

Op de terugweg rijden we nog even langs de McDonalds om de mail te checken en even te chatten met het thuisfront en dan zoeken we lekker onze slaapzak op.

Dag 83: Adelaide
Vandaag gaan we wijn proeven in McLaren Vale. We worden om 9.00 uur bij de camping opgehaald door tourguide Ian: een gezellige local die meteen wil weten of we bij de eerste stop cake of cheese bij de koffie of thee willen. Kaas bij de koffie lijkt ons geen heel smakelijk ontbijt, dus we gaan voor de cake. Nu maar hopen dat dat een goede bodem is. We bezoeken namelijk maarliefst 5 wijngaarden!

We zijn niet de enigen aan boord. Wijnproeven doen we vandaag samen met Julie en Jack, die net als Ian uit Adelaide komen. In het zonnetje met een cappuccino en een muffin maken we nader kennis. Julie werkt bij een uitzendbureau. Zij moest verplicht vrije dagen opnemen in verband met de economische malaise. Jack werkt in de haven van Adelaide bij een bedrijf dat cement maakt. Een gezellig stel. Ian is in Adelaide geboren en getogen, maar heeft in de jaren '80 een tijd als tourguide in Europa gewerkt. Hij was gestationeerd in Engeland en begeleidde uitstapjes naar Nederland, maar ook naar Moskou en Sint Petersburg (of Leningrad toen nog).

Toen de muur nog stond, kon je als reisleider heel handig je salaris aanvullen (of misschien wel verdubbelen) door wat spulletjes mee te nemen die kant op. Ook de baas van de tourmaatschappij maakte gebruik van de situatie. Hij gaf Ian ladingen panties, chocola en champagne mee, die de juffrouw van het benzinestation dankbaar in ontvangst nam in ruil voor wat brandstof. Ian nam dan op bestelling sigaretten en goedkope drank mee terug en verkocht dat thuis met dikke winst door. “Gouden tijden”, zegt hij met een twinkeling in zijn ogen.

Inmiddels zijn muffin en koffie achter de kiezen en stappen we weer in het minibusje dat ons naar de eerste wijngaard zal brengen. Dat is Fox Creek Wines, waar we van een PR-dame krijgen uitgelegd met hoeveel liefde er hier al heel lang wijn wordt gemaakt van druiven van heel speciale ranken. We krijgen de machines te zien waar de geplukte druifjes in worden geplet (daar komen al heell lang geen voeten meer aan te pas). Ook de centrifuges die de pitjes en velletjes uit de wijn halen passeren de revue, net als de enorme roestvrijstalen tanks waar de sapjes rustig op smaak mogen komen. Voor iedere druivensoort een aparte tank, want het eventuele mengen gebeurt eerst op kleine schaal in een laboratorium voordat ze het in het echie ook gaan proberen. Vervolgens komen in een ruimte waar grote vaten staan. Hier kan de wijn rijpen op hout. En ook het uitzoeken van een geschikt vat voor het brouwsel van de wijnmaker luistert nauw. Kies je Frans of toch gewoon eikenhout? En hoe lang laat je het in het vat zitten? Kortom, een leerzaam tripje.

En dan is het eindelijk zover: proeven! Van de grote loods rijden we naar een schattig boerderijtje waar we de Fox Creek Wines mogen proberen. Zeer smakelijk zijn vooral de Reserve Shiraz uit 2007 van de oudste ranken van de wijngaard en de Sparkling Shiraz (een soort cassis in een mooie fles). We besluiten nog niets te kopen, maar het adres te noteren, want we weten nu natuurlijk nog niet zeker of dit de lekkerste wijn is.

Vervolgens bezoeken we The Olive Grove een olijvenplantage, waar ze heerlijke olijfolie en tapenades verkopen. Die mogen ook allemaal worden geproefd. De tapenade met chilipepers is onze favoriet en daar nemen we een bakje van mee. Vervolgens weer aan de wijn bij Hugo Wines. De mevrouw hier doet een beetje uit de hoogte tegen ons, de wijnkneuzen. Misschien snappen we de complexiteit van de wijnen hier ook niet helemaal, want we vinden ze een stuk minder lekker.

Dan op naar de volgende wijnboer: Woodstock Winery, waar we na een wijntje of 5 toch aardig licht in ons hoofd worden. Het meisje achter de bar heeft wel gezegd dat ze het helemaal niet erg vindt als je je glaasje leeggooit in de zilveren emmers die er staan, maar we zijn blijkbaar allemaal zo goed opgevoed dat we dat niet doen. De wijntjes smaken ook prima, dus waarom zou je? Gelukkig begint het nu tijd te worden voor de lunch in het aangrenzende restaurant. Heerlijke schalen met eten staan voor ons klaar en zo worden we weer een beetje nuchterder.

Tijdens de lunch vertelt tourguide Ian ons over zijn passie: hij heeft een eigen bedrijfje dat van die metalen naamlabels maakt die militairen om hun nek hebben hangen. Via internet bestellen mensen hun eigen ID-tag met tekst naar keuze, hij maakt ze en stuurt ze op. Hij heeft een vaste klant die er soms op laat zetten dat hij voor Scotland Yard werkt, dan weer dat hij piloot is en laatst heeft hij ze besteld met 'chirurg' erop. Doet het goed bij de vrouwtjes, zegt 'ie. Nu doet Ian dit nog drie dagen in de week, maar hij droomt ervan om er ooit zijn brood mee te gaan verdienen.

Na de lunch moeten we een eind rijden naar de Aidelaide Hills, waar de volgende wijnerij zit. Onderweg is het verdacht stil in de bus. Het is 14.30 uur en 4 man zit zijn roes uit te slapen ;-) Bij Bridgewater Mill moeten we weer aan de bak. Dit is weer zo'n highbrow-tent, waar we ons allemaal toch niet helemaal op ons gemak voelen. Dus we slaan uit beleefdheid een paar glaasjes achterover en maken ons weer snel uit de voeten.

Onderweg naar de laatste wijnboer (Arranmore Vineyard) vertelt Ian over de praktische problemen die de droogte met zich meebrengt. Je krijgt bijvoorbeeld een boete als je wordt betrapt terwijl je je tuin aan het besproeien bent. Nou, nou, dan maar geen groen veldje voor je deur, dachten wij meteen. Maar zo eenvoudig ligt het niet. Als de grond om je huis uitdroogt, gaat je huis namelijk verzakken en krijg je scheuren in de muren. De kosten voor reparatie zijn meestal vele malen hoger dan die boete, dus wat doe je dan. Ian heeft nog een extra probleem. Hij heeft een eucalyptusboom in zijn tuin. Die bomen zijn zo gewend aan het leven op een droge bodem dat ze meester zijn in het zoeken naar water. Hun wortels groeien tot bizarre lengtes om bij vocht te komen. Het gevolg: de wortels van Ians boom hebben zich inmiddels een weg naar zijn leidingen weten te banen en slagen er zelfs in om tot in die leidingen door te dringen. Er moet dan weer een dure loodgieter aan te pas komen om dat op te lossen.

We nemen een beetje beteuterd kennis van deze keerzijde van wonen in Adelaide. De afgelopen dagen hebben we stiekem een paar keer gefantaseerd over een leven hier. Het is namelijk wel een heel sfeervolle stad met een mooi strand en midden in de natuur...

We komen aan bij de laatste proeverij van vandaag: de boerderij waar John ... wijnen maakt op heel kleine schaal. John is een gemoedelijke zeventiger die zichtbaar verheugd is door ons bezoek. Vol trots ontvangt hij ons op zijn idyllische boerderij in de heuvels en vertelt hij over hoe hij hier te werk gaat. De wijnen zijn okay (we hebben vandaag zeker betere gedronken), maar omdat we John in ons hart hebben gesloten kopen we hier een paar flessen, voordat we weer in de bus stappen.

Onderweg naar huis wordt de dag perfect afgesloten. We zien namelijk een wilde koala die in een boom op de heuvel heerlijk relaxed van het uitzicht over Adelaide geniet. Wauw! Terug op de camping eten we toast met tapenade en drinken we Johns wijn. We liggen belachelijk vroeg beschonken onder de wol. Waarschijnlijk tot groot ongenoegen van onze buren die ons moeten hebben horen snurken.

Ik heb trouwens nog helemaal niet verteld over onze buren. Een gezellig stel uit Gosford (zo'n 100 kilometer ten noorden van Sydney, zie Rik en Erica in Australië deel I ;-)). Helemaal weg van wielrennen en nog wegger van Lance Armstrong. Althans, de eerste paar dagen. Toen bleek dat Lance niet zomaar aan iedereen een handtekening wilde geven, zelfs niet als je er al heel lang op wachtte, was de liefde even over. Maar: eind goed, al goed. Vandaag is dan toch eindelijk de lang verwachtte krabbel gescoord en is Lance weer een held.

Dag 84: Adelaide -> Broken Hill
Vandaag verlaten we Adelaide en begint het einde van onze reis toch wel heel erg dichtbij te komen. Mijmering van Erica: ik hou van dit land, maar hou ik niet veel meer van reizen? Zouden we hier ook gelukkig zijn als we een drukke baan, een duur huis, geen vrienden en geen familie in de buurt zouden hebben? Smash Mouth zong het al: 'You never know if you don't go'

(En gisteren, 26 maart inmiddels, in Zóóó 30 heb ik geleerd dat Australië mijn A1 locatie is en dat ik mijn leven als slap aftreksel zie van 'what could be'. Dertigerdilemmadeskundige Nienke Wynands zegt ook al dat ik nou eens een knoop moet doorhakken. Eerst dat reisverslag af, denk ik de hele tijd. Hoezo uitstelgedrag.)

En over uitstelgedrag gesproken: we kunnen Adelaide maar moeilijk achter ons laten, dus we stellen het vertrek nog even uit door naar McLaren Vale te rijden om toch maar twee flessen Fox Creek Wine te kopen. Geen slechte move, want daar aangekomen, blijken Lance en zijn fietsvrienden vandaag ook door het dorpje te komen. Drie keer zelfs! Dus we parkeren de auto in de berm, halen de klapstoelen uit de kofferbak en nemen we als volleerd wielrenwedstrijdkijkers plaats aan de kant van de weg! Met de camera in de aanslag wachten we op wat komen gaat...

En dat is redelijk spectaculair allemaal; eerst politiemotoren met sirene's. Dan nog eens politiemotoren met sirene's, dan auto's met levensgrote wielrenners er bovenop. Dan weer politiemotoren met sirene's. Dan een politieagent op een motor die hele geinige geluidjes met zijn sirene kan maken en daar zichtbaar van geniet. Dan weer serieuze politiemotoren en dan, eindelijk: de koplopers! Zou Lance hierbij hebben gezeten? We hebben geen idee, maar we hebben evengoed heel hard geklapt. Daarna veel auto's met fietsen erop en motoren met camaramannen. Toen een helikopter en het peloton. Wat een fietsers! En we hebben ze allemaal op de foto, dus ook Lance. Missie geslaagd, stoelen opklappen en wegwezen.

Door al dit oponthoud zijn we veel te laat, maar gelukkig nog net voor het donker (dit in verband met actief wordende kangoeroes, of had ik dat al een keer gezegd?) in Broken Hill. Jawel, Broken Hill. Van de Flying Doctors. Echt weer zo'n nederzetting in de woestijn, maar nog wel redelijk groot. We besluiten niet te kiezen voor de camping naast de begraafplaats, maar voor een leuk hostelletje in het centrum van het stadje. De uitbaatster vind het allemaal erg gezellig. Ze is al aardig in de olie, want ze zit gezellig met haar familie aan de rand van het zwembad om te vieren dat het lange Australia Day Weekend is begonnen. Ze geeft ons eerst de verkeerde kamer en dan komt ze terug met de verkeerde sleutel, terwijl ze al twee keer heeft verteld dat ze zich zo'n zorgen maakt om haar vriendin die ook al met wat borreltjes op in de auto is gestapt om 400 kilometer naar huis te rijden...

We nemen op de kamer een heerlijk wijntje en lopen dan naar het stadje om een hapje te gaan eten bij een Italiaans restaurant. Het enige restaurant dat nog open is. En het is toch echt pas 20.00 uur. Het eten is heerlijk en lichtelijk tipsy lopen we terug naar ons hostel door de warme, verlate straten van Broken Hill.

Dag 85: Broken Hill
Broken Hill, waar kennen we die naam ook alweer van? Juist. Hier komen de Flying Docters vandaan. Dus vandaag brengen we een bezoekje aan het museum dat ter ere van hen is opgericht. Dachten we. Als we het eenmaal hebben gevonden (buiten de stad in een hangar op het kleine vliegveldje), blijkt dat het de komende maanden dicht is, vanwege een grote verbouwing. Hmmm.

Wat kun je nog meer op een zondag in Broken Hill? Een bezoekje aan de mijn dan maar? Jammer de bammer, ook gesloten. Koffie in een sjiek uitziende tent bovenop de mijnschacht? Nope, tot medio maart gesloten. Wanhopig bezoeken we de VVV om te vragen wat er dan wel open is. Misschien het atelier van kunstenaar Jack Absolom? Dat was een tip van wijnboer John. Maar de vriendelijke VVV-mevrouw schudt haar hoofd. “Hij houdt een 'winterslaap' van december tot en met februari. Het atelier van Pro Hart is wel open. Broken Hill is namelijk niet alleen bekend vanwege de vliegende artsen, maar ook vanwege een aantal beroemde beeldend kunstenaars.

Opgelucht dat er toch nog iets te doen is, rijden we naar het oude uitgebouwde woonhuis van de inmiddels overleden kunstenaar, dat nu dienst doet als museum. In de tuin staan een stuk of 5 oldtimers, waaronder 1 volledig beschilderde Rolls Royce. Ieder stukje metaal is gebruikt om schilderingen te maken van scènes uit het dagelijks leven hier in Broken Hill. We begeven ons naar de voordeur van het huis, waar we een kaartje kopen bij de vrouw van Pro (short for professor, zo werd hij genoemd omdat hij overal over kon meepraten). We zijn vooralsnog de enige bezoekers in het museumpje en we leren al snel dat Pro zich bij het maken van zijn schilderijen liet inspireren door het alledaagse leven in Broken Hill, de inwoners, de wilde dieren en het werken in de mijnen. Iets dat hij zelf ook lang heeft gedaan. Er zitten bijzondere werken tussen en al met al kunnen de schilderijen ons cultuurbarbaren toch nog een uurtje of 2 boeien.

Hoewel nagenoeg alles dus dicht is op deze zondag in Broken Hill, is de supermarkt wel gewoon open. We kopen wat lekker ingrediënten voor een salade en voor Rik Australia Day Burgers: Hamburgers in de vorm van Australië die morgen (=nationale feestdag) op de BBQ kunnen.

13 maart 2009

Do you want to work? Well, do you?

Dag 81: Adelaide
Vandaag moeten we weer eens vroeg uit de veren. Volgens het busschema vertrekt onze bus om 7.00 uur bij de halte voor de uitgang van de camping. En als we daar dan in stappen, zijn we een half uur later op de plaats van bestemming: de jachthaven van Adelaide. Daar ligt een catamaran voor ons klaar. We gaan namelijk dolfijnen zoeken vandaag.

Jammer genoeg had Erica op het verkeerde busschema gekeken. Dit keer waren wij voor de verandering eens een keer op tijd bij de halte. Alleen zou de bus pas 20 minuten later komen. En als we op die bus zouden wachten, misten we zeker de boot. Dus toch maar met de auto. Dat was ons afgeraden omdat het parkeren bij de jachthaven erg prijzig is. Dat blijkt te kloppen, maar achter het dure parkeerterrein vinden we een straatje waar je gewoon gratis kan staan.

Op de boot krijgen we wetsuits. Professioneel als we inmiddels zijn, hebben we zelf onze duikbril meegebracht. Dan krijgen we uitleg van de tourguide van vandaag. Geen idee meer hoe hij heet. Vast Dave. Dave heeft hip haar en is natuurlijk enorm bruin. Hij staat namelijk elke dag op het dek van de catamaran op de uitkijk naar dolfijnen. Nog voor we de haven uit zijn, hebben we er al 2 gezien (helaas, pindakaas, daar gaat de eventuele refund die ons is beloofd als we vandaag geen flipper look-a-likes tegen zouden komen).

De bedoeling is dat, wanneer Dave of een ander crewlid een kudde dolfijnen ziet (het zijn tenslotte zoogdieren), alle aanwezigen op de boot met een noodgang via het achterdek te water gaan en aan de lijnen gaan hangen die ze achter aan de boot hebben vast gemaakt. Wel opletten dat je niet de middelste lijn vastpakt, want daar staat spanning op. De elektrische pulsen die van die lijn afkomen zijn bedoeld om de haaien uit de buurt te houden. Niet geheel onbelangrijk.

Na vijf minuten is het al zover. “Swimmers get ready”, galmt het over de boot. En inderdaad: in de verte zien we vinnen boven het water uitsteken. “Swimmers in! Swimmers in!”, de paniek die is uitgebroken op de catamaran doet een beetje aan 'Titanic, the movie' denken. Alleen wil nu iedereen zo snel mogelijk het water in, in plaats van de reddingssloepen. De zee die er toch echt heel tropisch uitziet, blijkt qua temperatuur zuidpoolambities te hebben. Koud! Tot overmaat van ramp zijn de dolfijnen niet erg geïnteresseerd in 20 toeristen in wetsuit die worden voortgetrokken door een grote zeilboot. Ze zwemmen een compleet andere kant op en even later staat iedereen een tikkie gedesillusioneerd weer aan boord. Deze oefening herhaalt zich de komende drie uur nog een keer of 6, maar steeds hebben we niet erg veel succes. Gelukkig kunnen we tussendoor lekker chillen in het zonnetje.



Wat trouwens wel naar is: na een tijdje op de boot moet je op een gegeven moment toch plassen. Nu is het aan- en uittrekken van een wetsuit een kunst op zich, zeker als je een nat pak hebt. Eigenlijk wil je dus helemaal niet naar de wc, maar ook plassen in je rubberen tenue is geen optie. Op een gegeven moment houd je het natuurlijk écht niet meer en zit er niets anders op dan je benedendeks te begeven en in een hokje van 1 bij 1 het gevecht met het wetsuit aan te gaan. Alsof je het daar al niet warm genoeg van krijgt, zit je met gespitste oren te luisteren of je Dave niet toevallig 'Swimmers get ready' hoort roepen. Lekker op je gemak zit je dus niet.

Goed. Op de boot zitten verder onder meer 4 Amerikanen die voor 2 weken op vakantie zijn in Australië (weekje Adelaide bij vrienden, weekje Sydney). Zonde van het geld, als je het mij vraagt. Ze zijn ook best verbaasd dat Australië zo groot is. Ja, haha, niet alles is 'bigger in the States'!

Verder aan boord: een Australisch gezinnetje dat een dagje uit is. Het is hier tenslotte zomervakantie. De vrouw blijkt ook hardloopster. Al durft Erica zichzelf na 2 keer rennen in de afgelopen 2, 5 maand niet meer zo te noemen. Haar excuus is steeds: Australië is geen land om hard in te lopen. Daarom voelt ze zich helemaal een mietje als de vrouw vertelt dat ze een paar weken geleden heeft meegedaan met de Adelaide Hills Run. 's Ochtends vroeg beginnen in de stad en dan hollen naar de hoogste top in de heuvels die Adelaide omringen. 30 kilometer! Op het heetst van de dag! Respect voor haar.

De trip zit er bijna op en we koersen alweer naar de jachthaven van Adelaide als we Dave weer opgewonden horen schallen: “Swimmers get ready”. Iedereen is inmiddels wat cynisch en de gang naar het achterdek neemt dus wat meer tijd in beslag dan de vorige zes keer. Bovendien besluit de helft van de aanwezigen aan boord te blijven. Erica niet. Die houdt de moed erin en ligt even later weer te water. De kudde dolfijnen die hier dicht bij de bewoonde wereld woont, is waarschjnljk wat meer gewend aan het toch ritueel. Ze komen gezellig aan de zijkant van de boot zwemmen en we kunnen ze onder water ook goed bekijken. Er zijn zelfs jonkies bij! Typisch gevalletje 'de aanhouder wint'. Dus gaan we alsnog allemaal moe maar tevreden van boord.

's Middags zoeken we in de stad naar een surfschool, want we hebben ineens bedacht dat we ook wel willen leren surfen. Eerst lopen we een soort reisbureautje binnnen dat zich heeft gespecialiseerd in tourtjes in de omgeving. 'We want to learn to surf', steekt Erica van wal. 'Do you want to work?', zegt de mevrouw achter de balie. Erica probeert het nog een keer: 'No, we want to learn to surf.' De vrouw kijkt schaapachtig: 'Do you want to work?' Erica: 'No, we want to learn to surf.' De vrouw kijkt nu een beetje bozig: 'Yes, do you want to work?' We willen bijna 'ja' gaan zeggen om van deze rare situatie af te zijn, maar besluiten nog een poging te wagen. Erica maakt een golvend gebaar met haar arm en zegt nog een keer duidelijk: 'surf'. Het kwartje valt. 'Oh! I thought you said serve'. Muts. Ze kan ons ook niet echt helpen en raadt ons aan om op internet te zoeken naar surfscholen in de buurt van Adelaide. Briljant! Dat we daar zelf niet aan gedacht hadden! Ook bij de plaatselijke VVV hebben ze deze vraag nog nooit gehoord, maar de dame op leeftijd achter de balie in het paviljoen op de winkelstraat loopt samen met ons de yellow pages door en noteert alle telefoonnummers en adressen. Verder moeten we van haar oppassen voor de haaien en Rik krijgt het advies om zich beter in te smeren, want de blos op zijn wangen is haar iets te rood. Heerlijk die moederlijke bemoeienis zo ver van huis!

We gaan met het lijstje van de VVV-mevrouw toch maar even een internetcafé binnen om te zien welke surfschool de beste deal heeft. Uiteindelijk vinden we er 1 waar we morgenmiddag terecht kunnen voor een les van 3 uur. De surfdude aan de andere kant van de telefoon kan niets beloven, maar de meeste mensen kunnen dan wel heel even op de plank staan. We zijn benieuwd...

11 maart 2009

De reis is pas voorbij als het verslag is geschreven ;-)

Dag 75: Lakes Entrance -> Wye River
Het is druk op de Great Ocean Road: een populaire toeristische route langs de ruige kustlijn van Victoria. Dat het piekseizoen is, merken we als we willen stoppen in Lorne. Hier vragen ze maar liefst 50 dollar voor een campingplek! Dat vindt Rik van de zotten en we rijden door. We bellen alvast naar het volgende stadje, maar daar is alles al vol. Uiteindelijk belanden we op een camping waar het er uitziet als Lowlands, maar waar gelukkig nog een plekje voor ons is. Schade: 60 dollar...

De camping ligt direct aan zee, die geholpen door de harde wind met grote golven het land bestormt. Die wind bemoeilijkt het koken op ons gastoestelletje (een campkitchen is niet bij de prijs inbegrepen) en het is bovendien aardig fris. De avondwandeling langs de branding is dus maar van korte duur en we zoeken snel de relatieve warmte van onze tent op. Rik is trouwens snip-, maar dan ook echt snipverkouden geworden van het heen en weer gereis. Ook een beetje koortsig, maar zelfs zijn warme lichaam kan mijn voeten niet op temperatuur brengen. En ik maar denken dat het in Australië altijd warm is...

Dag 76: Wye River -> Kingston
We moeten opschieten met het inpakken van de tent, want de lucht ziet er nogal dreigend uit. Gelukkig zijn we inmiddels flink bedreven in het snel opdoeken van onze slaapplaats. Net als we de hele boel neerhalen, begint het inderdaad te spetteren. Netjes oprollen is er vandaag dus niet bij. We smijten binnen- en buitentent rap in de kofferbak en maken ons uit de voeten.

De wolkenpartijen boven de toch al indrukwekkende uitzichten die we langs de Great Ocean Road tegenkomen, zorgen voor mooie plaatjes. We stoppen onderweg nog even om de 12 apostelen (of hoeveel het er vandaag de dag nog zijn) te bewonderen. Dat is een rotsformatie in het water, ontstaan doordat de zee stukken land kapotslaat. Dan blijft er op een gegeven moment alleen een pilaar in zee staan, totdat ook die capituleert door de kracht van het water. Ooit stonden er hier dus 12, maar inmiddels zijn er al 4 bezweken.

In het begin van de middag passeren we de grens tussen Victoria en South Australia (SA). Ook hier zijn subtiele verschillen te merken tussen de twee staten: SA lijkt een beetje netter. Dat zie je bijvoorbeeld aan de voortuintjes met mooie hekjes, beter onderhouden huizen en schonere bermen langs de kant van de weg. Misschien is kneuteriger wel het juiste woord. Je merkt wel dat je verder van Canberra en Sydney bent, want de wegen zijn duidelijk minder goed onderhouden.

We hebben geleerd van eerdere ervaringen en bellen alvast naar Kingston om te zeggen dat we eraan komen

Dag 77: Kingston -> Adelaide
We zeggen Larry the big Lobster (een enorme kreeft langs de weg bij Kingston) weer gedag en we volgen de borden Adelaide.

Terwijl ik vandaag het reisverslag bijwerk, bekruipt me weer het gevoel dat ik steeds heb als ik een reisverslag bij probeer te houden. Op een gegeven moment bereik je een omslagpunt en denk je: “Ja, hallo, hoor eens even, ik ben hier om te genieten en dingen mee te maken en niet om continue te zitten tkken, terwijl ik van alles mis als ik daar mee bezig ben.” Tel daarbij het frusterende idee dat over een week of 2 alles weer voorbij is en voor je het weet zit je in een dip.

Aan de andere kant: ik ben nog nooit zover gekomen met een verslag, dus het zou wel heel zonde zijn om er nu mee te stoppen. Bovendien weet ik dat ik daarmee een aantal mensen thuis ontzettend zou teleurstellen. Dus we schrijven vrolijk verder.

(Inmiddels zijn we een maand verder en zit ik in de stoptrein van Krommenie-Assendelft naar Amsterdam Sloterdijk mijn hersens te pijnigen om te bedenken wat we nou ook alweer allemaal hebben gedaan die laatste dagen. Volgens mij heeft dat uitstelgedrag van mij gewoon een psychologische basis: De reis is pas echt voorbij als het verslag is geschreven. Zou dat ook de reden zijn dat er ergens ver weg op zolder nog een klein rugzakje ligt met nooit uitgepakte spulletjes dat mee terug is gekomen van het jaar Down Under?)

We arriveren in het begin van de middag in Adelaide, waar het hoogseizoen ook goed lijkt te zijn losgebarsten. Onderweg hebben we al een paar campings gebeld, maar er is er maar eentje die een plekje heeft voor ons bescheiden tentje. Probleempje: we kunnen maar 1 nachtje blijven, dan moeten we weer verkassen. Dat was niet de bedoeling, want onze eerste korte ontmoeting met Adelaide vorig jaar beviel zo goed dat we eigenlijk een paar dagen hebben ingeruimd om dit stadje eens goed te verkennen.

We vinden uiteindelijk een camping in Glenelg: 20 minuten rijden van het centrum van de stad en aan het strand. Leuk! We hebben een geïmproviseerde plek, vlak naast de toiletten. Iedereen heeft medelijden met ons in ons kleine tentje op die plek pal in het zonnetje, maar wij vinden het allemaal wel meevallen. Ieder nadeel heeft immers zijn voordeel: als we midden in de nacht een plasje moeten plegen, kunnen we ons bijna slaapwandelend redden.

Koken in een drukke campkitchen, waar vooral veel kinderen heen en weer scheuren op van die aluminium stepjes. 's Avonds pakken we de auto naar de stad om Adelaide by night te verkennen. We ontdekken dat morgen de Tour Down Under van start gaat, waar Lance Armstrong zijn comeback maakt. Iedereen is in de ban van Lancemania.

Dag 78: Adelaide
Het pruillipje van Erica sorteert het gewenste effect bij de receptioniste van de camping: we mogen nog 2 nachtjes op onze onofficiële plek blijven staan! Dat vieren we met koffie in een leuk tentje aan het strand van Glenelg. Het is zondag, het is zonnig en we kunnen toch gewoon voor de deur parkeren. We bestellen cappuccino en de lekkerste skim-vanilla-latte ever en een grote kan water. Vervolgens gaan we allebei heel interessant een andere Australische zondagskrant zitten doorbladeren. Een bekend deuntje schiet door mijn hoofd: 'Ja, alles, alles kan een mens gelukkig maken: de zon die schijnt, een goeie bak koffie en een leeg hoofd.'

De rest van de dag doen we niet veel meer dan genieten van het heerlijke weer, de mooie mensen en elkaar. Getver, dat klinkt wel klef als je het zo opschrijft. Goed, vooruit, samen de boodschappen doen wil nog wel eens tot een onvertogen woord leiden. En we zijn ook niet echt heel erg blij als we nét te laat in de stad zijn voor de finish van de eerste etappe van de Tour Down Under. Wel pakken we nog net de huldiging van Robbie McEwan mee, die dus blijkbaar heeft gewonnen vandaag.

We sluiten de dag ongeveer af zoals we hem begonnen: met een drankje op het strand. Alleen zit er nu iets sterkers in de glazen ;-)

Dag 79: Adelaide
Het wordt alleen maar beter, want vandaag mogen we zelfs uitslapen. We hoeven namelijk niet op tijd uit te checken of onze boeking te verlengen. Pas om 9.30 uur branden we de tent uit en begeven we ons naar de campkitchen om samen met de Australiërs bacon, sausages en eggs op de BBQ te gooien voor het ontbijt. Wie nu begint te kokhalzen moet dit echt eens met zijn brakke hoofd op een zondagmorgen proberen. Barbecue en bruistabletten: goeie kater die daar tegen opgewassen is.

's Middags gaan we naar Hahndorf. Het klinkt net of dat een heel eind rijden is, maar dat valt mee. Het is een plaatsje in de Adelaide Hills, waar aan het eind van de 19e eeuw Duitse immigranten vrijheid (voornamelijk van godsdienst) zochten en vonden. Hier zie je dus typisch Duitse huisjes en je kunt er brat-, bock en knackwurst eten. Grappig, maar niet eentje voor op de 'have got to see before you die'-lijst.

Dag 80: Adelaide
Een rustig dagje. We hebben besloten dat we nog even op deze camping blijven. We rijden een rondje over de Fleurlieu Peninsula, waar we met eigen ogen kunnen zien hoeveel last Adelaide heeft van de droogte. Toch zijn de heuvels die de stad omringen grotendeels groen. Dat komt door de vele wijngaarden. Alleen de landerijen van boerderijen die vee houden zijn dor en droog. De meeste boeren hebben een dam op hun erf, die op een paar druppels na leeg is.