27 november 2008

Eindelijk vakantie ;-)

Dag 20: Broome
Acclimatiseren, hoe doe je dat? Nou, in de schaduw zitten tot het te warm wordt, dan het zwembad in en als dat gaat vervelen, weer in de schaduw zitten. Toch hebben we ook nuttige dingen gedaan. We hebben eens op een rijtje gezet wat we allemaal nog willen zien en doen tussen nu en 28 december (da's de dag waarop we van Perth naar Sydney vliegen). Daarover gaan we natuurlijk niks verklappen, dat lees je vanzelf wel.

Aan het eind van de dag zijn we dan toch maar in actie gekomen. We zijn naar Gantheaume Point gereden om naar de zonsondergang te kijken. Je had vast al geraden dat dit uitzichtpunt is vernoemd naar de Fransman die hier voor het eerst langs is gevaren. Er staat een vuurtoren en als het water extreem laag staat, kun je voetsporen zien die dinosaurussen in de rotsen hebben achtergelaten. Vlakbij het uitzichtpunt is ook Anastasia's Pool: een in rots uitgehouwen zwembad dat de bewoner van de vuurtorenwachterswoning zo'n eeuw geleden liet aanleggen voor zijn vrouw, die artritis had. Mooi he? Echte liefde.

Veel tijd ook om na te denken vandaag. Bijvoorbeeld over de vraag: 'Wat is er nou zo leuk aan reizen?' Een top 5:

5. je hoeft de douche niet uit te drogen als je klaar bent;
4. als iemand iets van je hoort, zijn ze altijd blij. Ook al heb je ze eigenlijk al veel te lang niet gesproken;
3. als je het ergens niet leuk vindt, ga je gewoon weer weg;
2. bedenken wat je zult aantrekken is veel makkelijker dan thuis. Van alle kledingstukken heb je er maximaal 5 en de keuze wordt beperkt tussen schoon en niet schoon;
1. zelfs de meest alledaagse en voor de hand liggende dingen zijn ineens weer interessant: 'Kijk, een baobabboom! Kijk, een magpie (vergelijkbaar met onze mus)! Kijk, een koe! en 'Weet je dat er in dit stuwmeer 18 keer zoveel water zit dan in de haven van Sydney?! Echt? Niet te geloven!'

Dag 21: Broome
We zitten aardig in de chill-modus en zetten ons geluier van gisteren nog een dagje voort. Vandaag gaan we naar het strand, alwaar we voor 10 dollar 4 uur lang gebruik mogen maken van een parasol. Rik ook blij, want die wilde helemaal niet naar het strand, omdat we niet dapper genoeg zijn om de zee in te gaan. Dat komt omdat je volgens alle locals wel gewoon kunt zwemmen, omdat hier nog geen Stingers (killer kwallen) zijn gesignaleerd.

Volgens de waarschuwingsborden en alle officiële kanalen kan het ook, maar dan moet je je wel van top tot teen hullen in beschermde kleding of ervoor zorgen dat je altijd een fles azijn bij de hand hebt om over je heen te gieten als je toevallig in de tentakels van zo'n kwal bent beland. Kortom, pootje baden gaat nog net, maar relaxed baantjes trekken zit er niet in.

We vermaken ons met de West-Australische krant van gisteren. Stiekem vond ik de kranten in Northern Territory leuker. NT is de staat met de minste inwoners. De mensen die er wonen, laten zich het beste vergelijken met de Rednecks uit Amerika. De stereotype inwoner van NT is een man met een lange baard, die overdag op het land of in een mijn werkt (in ieder geval iets dat lichamelijk zwaar is) en 's avonds bij voorkeur een paar biertjes drinkt, afgeeft op vrouwen en iedereen die er anders uitziet dan hijzelf, vervolgens in zijn 'Ute´ (pickuptruck) stapt en naar huis rijdt.

Het belangrijkste nieuws uit Nothern Territory News van 17 november:

* Booze Bonanza: new figures show we drank the equivalent of 215 million full strength beers in a year... enough to fill 32 Olympic pools (op zich knap als je bedenkt dat NT maar 900.000 inwoners heeft. Dit stond op de voorpagina);
* Bark-o-Meters for dogs: Over-woofing mutts set to be down for the count; Darwinites driven mad bij chronic woofers and midnight yappers might find relief with the council's latest hi-tech weapon for nuisance barking. Darwin City Council is trialling an electronic collar, which can be strapped on noisy mutts to count how many times they bark over a number of days.


Je lacht je gek.

Uiteindelijk houden we het na een paar uur voor gezien. Het bizarre resultaat van dit dagje strand: Erica, die graag bruin wil worden en voornamelijk náást de parasol heeft gelegen, is licht verkleurd. Rik, die zich keurig heeft ingesmeerd met factor 30 en continue in de schaduw is gebleven, is verbrand.

's Avonds zitten we op een terrasje de heerlijkste pizza ooit te eten, terwijl er binnen in het restaurant een kerstboom in vol ornaat staat. We besluiten het toetje mee naar huis te nemen, want de lucht lijkt te betrekken en de tent staat nog open... Gelukkig houden we het droog en kunnen we naast onze tent, waar we draadloos internet hebben, even chatten en skypen met het thuisfront, dat zich opmaakt voor een dik pak sneeuw.

Dag 22: Broome -> Port Hedland
Vandaag rijden we alweer ruim 600 kilometer zonder dat we een dorp van enige betekenis tegenkomen. Uiteindelijk stranden we in de Australische tegenhanger van IJmuiden: Port Hedland, waar een harde wind en een zanderige ondergrond het opzetten van de tent bemoeilijken. De buurman heeft de hoop al opgegeven. Zijn tent is omver gewaaid en zo te horen heeft hij er nog steeds de balen van.

Dat is ook best te begrijpen, want de camping is behoorlijk aan de prijs en dan is het natuurlijk helemaal geen pretje om noodgedwongen in je auto te moeten slapen. Toch moeten we stiekem wel een beetje om hem lachen, zeker als onze tent een half uur later wel gewoon de wind staat te trotseren.

De camping is trouwens zo duur, omdat hij 4 sterren heeft. Die zijn zeker uit de lucht komen vallen, want het is maar een doodgewone camping, waar ik geen geen superspeciale dingen kan ontdekken die sterren zouden hebben opgeleverd. We vermoeden dat ze de prijzen zo hoog kunnen houden omdat hier veel mijnwerkers logeren en die schijnen geld genoeg te hebben.

Nog even over Port Hedland: dit is dus een havenstad, waar alle grondstoffen die gedolven zijn in de omringende mijnen worden overgeslagen. We vermoeden dat iedereen in hetdorpje of in de haven of in de mijnen werkt, want bij ieder huis staat een witte four-wheel-drive met een lange oranje vlag achterop en een knalgeel nummer aan de zijkant.

We eten pannenkoeken vanavond en tijdens het koken in de camp kitchen ontmoeten we een stel uit Melbourne, dat jaren geleden uit België is geëmigreerd. De temperatuur daalt snel en als het bijna donker is, is het ook bijna fris. De nacht is aangenaam koel, dus we slapen heerlijk in onze windbestendige tent.

Dag 23: Port Hedland -> Karijini National Park
Om de hoek bij onze camping ligt Cooke Point, waar je de Indische Oceaan kunt zien, zonder dat er hijskranen voor staan. Daar maken we een wandelingetje over het strand, voordat we koers zetten naar het Eko Retreat in Karijini National Park. We hadden gehoord dat je vanaf deze camping tours door het park kon doen. Dat is normaal gesproken wel zo, maar nu even niet, omdat wij hebben besloten om in het laagseizoen te arriveren. Dat wordt morgen dus verder rijden naar het stadje Tom Price, waar we vast wel iemand kunnen vinden die ons Karijini wil laten zien.

Wat we al hebben gezien toen we hierheen reden, beviel ons goed: Indrukwekkende rotspartijen, bekleed met een licht groen laagje dat schitterend afsteekt tegen de rode aarde. Op het moment dat we het park binnenreden, werden we er serieus een beetje stil van. Bij de ingang van het park staat trouwens een hutje, waar van je wordt verwacht dat je 10 dollar entreegeld in een envelopje achterlaat. Nadat we onze bijdrage hadden geleverd, vervolgden we onze weg over onverhard wegdek. Rik stuurde de auto behendig over de opspattende stenen en rond de kuilen en plassen, terwijl Erica haar best deed om zovee mogelijk van het uitzicht te genieten.

Als de tent staat en het luchtbed is opgeblazen (want pomp kapot), besluiten we te wandelen naar Joffre Gorge die vlak achter onze camping ligt. Een gorge is een kloof in de rotspartij, veroorzaakt door water. Het uitzicht is te gek. Twee torenhoge, steile, rode rotsen verdwijnen in de diepte waar een kleine plas rimpelloos zwart water ligt. Vanaf deze hoogte lijkt het althans een kleine plas.

Rik wil eigenlijk nog even verder lopen naar de watervallen die we wel horen, maar vanaf hier niet kunnen zien. We weten alleen niet precies hoe ver het is en de zon verplaatst zich al een tijdje richting horizon dus na een beetje gezeur (Erica), draaien we om en lopen we terug naar de tent.

We kamperen vannacht soort van 'in the middle of nowhere', dus zodra het begint te schemeren zitten wij weer klaar met video- en fotocamera in de aanslag. Laat de wilde dieren maar komen! Die blijken er geen zin in te hebben, dus na een tijdje turen in de verte, besluiten we te gaan koken. Vandaag delen we de camp kitchen met een Duitser en een Fransoos die samen reizen. De Fransoos blijkt het mysterie van de fotograferende Aziaten te hebben ontrafeld. Nadat hij een tijd met een groep Japanners had samengewerkt die werkelijk overal foto's van namen (waaronder de magnetron, een pannenkoek en het toilet) heeft hij gewoon gevraagd waarom ze dat deden. 'Because everything is important', was het antwoord. En dat is natuurlijk ook zo.

Terug naar onze tent kijken we nietsvermoedend omhoog. De hele hemel schittert en ik overdrijf niet als ik zeg dat er duizenden sterren en sterretjes te zien zijn. Sommige knipperen, anderen schijnen ongewoon fel, een ongelofelijk gezicht.

3 opmerkingen:

Bets zei

Joj, wat een vakantie!
Maar goed dat je hier niet mag werken, je hebt er geen tijd voor!
Kisses

Anoniem zei

Als je tijd over hebt zou je misschien wat sinterklaasrijmen kunnen maken, het volgende reisverslag op rijm bv???
Blijf lachen, knuffels, dad and mum

Unknown zei

Pomp kapot? Dan vraag je toch aan iemand op de camping of ie je een biertje geeft en even je luchtbed opblaast! <:o)