22 november 2008

Over Kununurra en Purnululu

Dag 11: Darwin -> Litchfield National Park
Nadat we de auto hebben opgehaald, halen we de tassen op bij het hostel. Op een nabijgelegen parkeerplaats doen we een inboedelcheck. We missen de stoelen en een eski (=koelbox), dus we moeten nog eens terug naar onze vrolijke vrienden van de verhuurmaatschappij. Daar blijkt dat we niet voor stoelen hebben betaald. We vonden dat wel een beetje raar, zeker gezien het feit dat er in onze achterbak wel een tafel ligt. Gelukkig. Omdat we zo zielig zijn, krijgen we de stoelen cadeau en mogen we zelf een eski uitzoeken. Dat wordt er dus een van 50 liter, die maar amper in de auto past. Met onze backpacks enzo erbij zit hij tot de nok toe vol en kunnen we met moeite nog wat boodschappen meenemen.

We zetten koers naar Litchfield National Park, zo'n 150 kilometer ten zuidwesten van Darwin. Morgen willen we naar Kakadu, dat is dan weer 150 kilometer ten oosten van Darwin, dus mocht er nog meer aan de inboedel ontbreken, dan kunnen we theoritisch gezien nog even terug de stad in rijden.

Er zijn twee wegen die naar Litchfield leiden: een geasfalteerde en een 'dirtroad', wij kiezen voor de laatste, want het regenseizoen is nog niet echt begonnen en dat kan morgen weer heel anders zijn. We mogen trouwens geen alcohol of porno meenemen het park in, omdat hier nog Aboriginal stammen op de traditionele manier leven en die stellen geen prijs op dat soort zaken. We dumpen dus onze drankvoorraad en stapels vieze boekjes bij de ingang van het park, voordat we verder rijden ;-)

We kamperen in de buurt van Wangi Falls op een camping die wordt gerund door 2 'grey nomads' uit Queensland. Zo noemen ze Australiërs die in de VUT of met pensioen zijn, hun huis hebben verruild voor een (vaak enorme) camper en zo het hele land doortrekken. Het is tijd geworden om de tent te testen. We zetten de binnentent op en besluiten dat die eerst even lekker moet doorluchten, terwijl wij gaan zwemmen bij Wangi Falls. De campingmevrouw heeft ons verzekerd dat dat best kan, want het is nog vééél te vroeg voor krokodillen...

We komen er vandaag nog niet achter of ze gelijk heeft, want onderweg komen we heel donkere wolken tegen en in de verte zien we zelfs een bliksemflits. Er steken rare winden op, die de rubberen paaltjes aan de kant van de weg doen rondtollen. Zelfs de dieren vinden het maar raar, want we rijden bijna tegen een dingo aan die versuft midden op de weg staan. Ook zien we een aantal kangoeroes over en langs de weg springen en dat gebeurt meestal pas als het gaat schemeren.

We maken rechtsomkeerd, want we beseffen ons ineens dat alleen de binnentent nog maar staat. Zo gemoedelijk als het eerste deel van het opzetten ging, zo hoog lopen de gemoederen op als we, terwijl het al begint te spetteren, de buitentent er omheen proberen te monteren. Zijn we toch zo'n stel dat ruzie krijgt bij het opzetten van de tent. Het is trouwens niet gek dat het allemaal niet vlekkeloos gaat: we blijken een stok te missen.

Uiteindelijk zijn we dan toch nog net op tijd klaar om in onze geïmproviseerde tent (die wel waterdicht blijkt) te genieten van een korte, maar hevige onweersbui. Daarna doen we een bakkie in de schemering en genieten we van de kangoeroes, die gewoon rond onze tent hupsen.

Dag 12: Litchfield -> Kakadu, South Alligator River
We zijn vroeg vandaag, blijkt als we de auto parkeren bij Wangi Falls. Er is nog niemand in het water en dat maakt het zwemmen een stuk enger, maar tegelijkertijd wel veel specialer dan wanneer je het meertje waar water van twee watervallen in klettert moet delen. We zijn gerustgesteld door de borden rond de Falls waarop staat te lezen dat hier regelmatig wordt gecontroleerd op de aanwezigheid van krokodillen en we wagen ons langzaam in het water.

Als de bus toeristen een half uurtje later dan toch arriveert, stappen wij weer in de auto en rijden we naar de volgende waterval: Tolmer Falls. Hier mogen we niet zwemmen, omdat er een zeldzame vleermuissoort huist.

Via de verharde weg verlaten we Litchfield en we komen uit in het kleine dorpje Batchelor, waar we lunchen tussen de locals in de enige bar. Hier kun je de hele dag door bingo spelen via een televisiescherm.

Onder de rook van Darwin kopen we een nieuwe tent (dat mocht van de autoverhuurder). Dan gaan we bij Humpty Doo (hihi) linksaf richting Kakadu National Park. We slapen bij South Alligator River op een camping waar het wit ziet van de kaketoes (of hoe schrijf je dat eigenlijk). 'Wat leuk!', denken we, als we al die vogels voor het eerst zien, maar als we de volgende ochtend wakker worden van het geluid dat je waarschijnlijk hoort als er brand uitbreekt in de Apenheul, versterkt met het geschreeuw van zo´n 30 kraaien, vinden we het ineens een stuk minder grappig.

Ook op deze camping stikt het van de kangoeroes. Als we daar zo naar zitten te kijken met een glaasje wijn bij het licht van onze tuinfakkel, is kamperen wel weer heel speciaal.

Dag 13: South Alligator River (Kakadu)
Vandaag rijden we naar East Alligator River op de grens van Kakadu en Arnhemland, een gebied dat wordt bevolkt door zo'n 15.000 Aboriginals. In Kakadu wonen er ongeveer 3000. Hier gaan we muurschilderingen bekijken die duizenden jaren geleden zijn gemaakt en die een beetje een beeld geven van hoe het leven er toen moet hebben uitgezien. Het gebied waar de schilderingen te zien zijn is heilige grond. Misschien is het aanstellerij, maar als je tussen de rotsen loopt, voelt het bijzonder. Hier hebben mensen gejaagd, gewoond, geschuild, gelachen en gehuild. En de meest bijzondere gebeurtenissen uit hun leven kun je lezen in de tekeningen die ze hebben achtergelaten. Het is erg verleidelijk om hier na te gaan denken over de zin van het leven, maar er staat nog meer op het programma vandaag.

We rijden een stukje terug naar de rivier, want we gaan krokodillen kijken! Onder begeleiding van een Aboriginal die in dit gebied is geboren en getogen varen we over de East Alligator River, die zijn verwarrende naam te dankt aan het feit dat de Engelsman die hier voor het eerst kwam het verschil niet wist tussen krokodillen en alligators. Krokodillen zijn veel groter en veel gevaarlijker dan alligators, weet de tourguide.

We krijgen waar voor ons geld: in 1,5 uur zien we minstens 20 krokodillen. We hebben geleerd dat voor elke krokodil die je ziet, je er 10 niet ziet. Reken maar uit. Onderweg leren we ook wat over de Aboriginal manier van overleven in een gebied als Kakadu. Een belangrijke boom in hun leven is bijvoorbeeld de Hibiscus. De bladeren helpen bij maagproblemen, de bast helpt bij de genezing van wonden en kan worden gebruikt om touw mee te maken en het hout is geschikt om vuur mee te maken.

Het mangrovebos is een soort winkelcentrum voor de Aboriginals. Ze komen hier voor eten en gereedschappen. Onze tourguide laat ons een grote zandvlakte zien en vertelt ons dat daar twee jaar geleden nog zo'n mangrovebos stond. Het bos bleek niet bestand tegen twee cyclonen binnen een jaar. Of het ooit nog terugkomt, is nog maar de vraag.

Op de zandvlakte krijgen we verder nog uitleg over de strikte rolverdeling bij de Aboriginals. Jagen is bijvoorbeeld een echte mannenzaak. Vrouwen mogen zelfs de speren niet aanraken. Vuur maken is ook niet voor vrouwen weggelegd, maar als de mannen het vuur hebben gemaakt, zijn ze wel verantwoordelijk voor het vervoeren van het vuur. Mocht het onderweg uitgaan, dan hebben ze weer een man nodig om het aan te maken.

De stammen in Kakadu hebben trouwens vergunning om hun eigen rechtsysteem te handhaven. Als een Aboriginal-man een misdaad begaat, dan volgt overleg tussen alle mannen van de stam over de zwaarte van de straf. Die kan variëren van een messteek in je kuit, in je bovenbeen of (als het echt ernstig is) in je rechterborst. Als een man een vrouw heeft verkracht of aangerand, krijgt hij een messteek door zijn Achillespees. Dat heeft tot gevolg dat hij nooit meer kan jagen. Bovendien kunnen vrouwen als ze hem zien strompelen snel zien dat hij niet deugd.

Vrouwen die zich misdragen worden gestraft door andere vrouwen. Zij kunnen worden veroordeeld tot stokslagen in plaats van messteken. Dat gebeurt met een stok met een puntige kant en een bolle kant, die alle vrouwen bij zich dragen. Ze gebruiken die stok om gaten te graven, om dingen fijn te malen en om zich te verdedigen tegen wilde dieren. Mannen mogen vrouwen niet straffen, maar die regel geldt andersom niet. Vrouwen kunnen mannen gewoon slaan als ze daar een goede reden voor hebben ;-)

Terug op de camping duiken we in het zwembad, waar we al snel gezelschap krijgen van een hele ploeg wegwerkers die met z'n allen een paar cabins bevolken. Ze vertrekken 's ochtends voor dag en dauw om in de brandende zon in de middle of nowhere een weg aan te leggen en komen 's middags om een uur of vijf terug om met een biertje en een shaggie in het zwembad gaan zitten: wat een leven...

Tegen etenstijd gaan we op zoek naar een makkelijke hap. Het restaurant op de camping is te duur en de enige andere optie is de benzinepomp. Rik heeft zijn oog laten vallen op meatpie. Bij de kassa krijgt hij te horen: 'take as many as you like, mate, I'm throwing them out in a minute anyway!' Wat een mazzel op de 13de reisdag ;-)

Dag 14: South Alligator River -> Mataranka
Vandaag kunnen we het redelijk kort houden. Op het programma staat een reis van zo'n 600 kilometer door de Outback van Nothern Territory (da's de 'provincie' van Australië waar we ons momenteel bevinden. Onderweg komen we dus niet zo heel veel tegen. Een spelletje 'Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet' gaat ook snel vervelen (want blauw is de lucht, rood is de aarde, grijzig is de weg en groen is een boom). Eindstation vandaag is Mataranka, bekend van het boek 'We of the Never Never' en de verfilming daarvan. De meeste personages liggen inmiddels hier begraven en in het dorre parkje in dit piepkleine dorpje staat een standbeeldje van de hoofdpersonen.

Onderweg naar Mataranka stoppen we bij de prachtige 'Edith Falls' waar we een nog maar eens een verfrissende duik nemen.

Op de camping vlakbij de Thermal Pools van 'Magical Mataranka' slapen we wederom tussen de kangoeroes. Onze buurman arriveert ietsje later. Op zijn camper prijkt een enorme foto van hemzelf. Hij blijkt de presentator van het item 'Postcards from the Outback' uit de Australische variant van Goedemorgen Nederland.

We hebben trouwens een schaduwrijke plek opgezocht, die zich helaas bevindt onder een boom waarin 's nachts minstens honderd vleermuizen huizen.

Dag 15: Mataranka -> Kununurra
Na een onrustig nachtje onder de bat-tree, besluiten we te onderzoeken of een ochtendduik in de Thermal Pools tot de mogelijkheden behoort. Zwemmen in deze Pools aan het einde van het droge seizoen is echt een aanrader als je houdt van troebel water dat naar rotte eieren ruik.

Omdat de tank nog zeker voor een kwart vol zit, besluiten we naar Katherine (100 km verderop) te rijden om daar te tanken. Geen goed idee, want halverwege floept het 'benzine-bijna-op-lampje' aan. Zonder airco, maar met samengeknepen billen vervolgen we langzaam onze weg. Gelukkig halen we Katherine zonder sleepje!

Onderweg naar de volgende tankstop Timber Creek komen we nog minder tegen dan gisteren. Die grote leegte blijft fascinerend: aantrekkelijk en beangstigend tegelijkertijd. Wel zien we af en toe een koe die midden op de weg staat. Dat houdt je wel bij de les als je met 130 kilometer per uur over een tweebaansweg rijdt...

Net als veel Outback-plaatsjes bestaat Timber Creek uit niet veel meer dan een 'supermarkt' (vergelijkbaar met een campingwinkel in Nederland), een tankstation en een camping. En net als in de meeste Australische dorpen en stadjes zitten in het gras onder de bomen groepjes Aboriginals: een treurig gezicht.

Inmiddels naderen we de grens met West-Australië: dat betekent dat we ineens Baobab-bomen langs de kant van de weg zien. We mogen West-Australië pas binnenrijden als we onze aardappelen en uien hebben ingeleverd. Omdat deze staat nog vrij is van de meeste plantenziekten en -aandoeningen, zijn ze hier vrij streng in. Verder mag de klok een half uur terug, want we passeren weer een tijdzonegrens en de maximumsnelheid gaat van 130 naar 110 kilometer per uur.

We liggen voor op schema, dus we besluiten een kleine omweg te maken langs Lake Argyle. Dat blijkt een goede keuze, want het uitzicht op dit enorme stuwmeer (zo'n 70 km lang) is spectaculair. Lake Argyle is aangelegd aan het begin van de vorige eeuw om het water uit het natte seizoen op te slaan om zo de boeren in het droge seizoen van water te voorzien.

Eindpunt voor vandaag is Kununurra, onze thuisbasis hier wordt het Town Centre Caravan Park. Onze traumatische vleermuiservaring staat ons nog helder voor de geest, dus we vragen aan de campingbaas of ze hier ook last hebben van vleermuizen in de bomen. Die vraag komt niet helemaal goed door, want het klinkt net of we in een boom willen slapen (do you have bats in the trees?). Laat maar, je had erbij moeten zijn...

Dag 16: Kununurra
In Kununurra blijkt genoeg te doen. Vanwege de gunstige ligging aan de Ord River en Lake Kununurra is het een toeristisch plaatsje. Wij besluiten de dag te beginnen met een trip naar Ivanhoe Crossing. De vroegere oversteekplaats bij de rivier. Dit blijkt een populaire plek om op Baramundi te vissen, want we worden opgewacht door zo'n 8 meer of minder professionele vissers. Terwijl Erica een praatje maakt met een meneer uit Queensland, die zelf half Aboriginal is en veel weet over de gebruiken en de cultuur, mag Rik zijn visgeluk beproeven met geleende hengel lenen van een van de andere mannen.

Vanaf uitkijkpunt Kelly's Knob hebben we goed zicht op heel Kununurra en dus ook op een klein nationaal parkje net buiten het stadje, waar we vervolgens heen gaan. We maken ook nog een ritje langs de gigantische boerderijen en we prijzen ons gelukkig dat we dit keer niet eens zouden mogen fruitplukken (geen werkvisum), al zouden we het willen.

's Avonds kunnen we genieten van de geluiden van de wereldpremière van Australia (the movie) met Nicole Kidman, die in de openluchtbioscoop plaatsvindt. Kununurra is, naast Sydney, een van de plekken waar de film in première gaat. Dat is geen toeval; een groot deel van de film is hier opgenomen. De shire (gemeente) waar Kununurra onder valt, schijnt er ook wat geld tegenover te hebben gesteld. Ze willen zo de toeristische mogelijkheden van het gebied promoten...

Dag 17: Kununurra
De wekker gaat om 4.45 uur na een zweterige nacht (temperatuur overdag komt in de buurt van de 42 graden). We poetsen snel onze tandjes en stellen ons op bij de poort van de camping waar we worden opgehaald voor een rondvlucht boven Bungle Bungle. Dat is een unieke rotsformatie in Purnululu National Park.

De chauffeur van het busje dat ons ophaalt is de piloot. Niet onze piloot, blijkt op het vliegveld, want dat is Dave, waarvan ik me afvraag of hij al meerderjarig is. Hij neemt zijn werk gelukkig wel serieus voor zover we dat kunnen beoordelen, want hij trekt veel tijd uit voor het controleren van al die metertjes en hendeltjes in de cockpit van het kleine vliegtuigje. Nog voordat we goed en wel zijn opgestegen, heb ik de tune van de Flying Doctors in mijn hoofd en die gaat er de komende twee uur niet meer uit.

We bekijken eerst het indrukkenwekkende irrigatiesysteem van Kununurra. Vlak naast het vliegveld ligt een stuwdam in de rivier. Daarna zien we de keurige vlakverdeling van de mango-, sandalwood- (geen idee wat het is), bananen- en andere boerderijen waar allemaal slootjes tussendoor lopen. Het lijkt Nederland wel.

We vliegen verder naar Lake Argyle, dat vanuit de lucht minstens zo indrukwekkend is als vanaf de grond. We kunnen nu de grootte van het meer pas echt goed bezien. Onvoorstelbaar dat dit door mensen is gemaakt. Degene die voor het eerst dit idee had, is vast niet makkelijk te ontmoedigen geweest. Ik kan me voorstellen dat hij dit plan tot vervelens toe heeft moeten verdedigen: 'Laten we in de middle of nowhere een stuk land ter grootte van een stad onder water zetten, zodat daar omheen honderden boerderijen kunnen komen'.

Vervolgens zien we een tijdje helemaal niets en dat stelt mij een beetje gerust. Als we namelijk over de snelweg door dit enorme land reizen, blijft er altijd meer dat je niet ziet dan wat je wel ziet. Ik word daar onrustig van. “Stel je voor dat er net achter die bomen iets ontzettend moois is, waar we gewoon voorbij rijden...” Dat blijkt dus wel mee te vallen. Twee keer zien we midden in het niets een huisje. Dat blijken twee Cattle Stations te zijn. Rundveeboerderijen met veestapels die respectievelijk bestaan uit 12.000 en 17.000 koeien. Mijn fantasie slaat alweer op hol: “Hoe zou je leven er uitzien als je in zo'n onherbergzaam gebied woont?” Dit land blijft me fascineren.

We naderen Punululu, waar Bungle Bungle op ons wacht. Het ziet eruit alsof de rode aarde ooit water is geweest waarover wind waaide, zodat je van die kleine, bolle golfjes krijgt. En dat het toen ineens land is geworden. Grappig om te zien. Al die bolle rotsjes zijn gestreept, omdat de verschillende aardlagen verschillende kleuren hebben. De terugvlucht voert ons nog over de Argyle Diamond Mines.

Weer met beide benen op de grond komen we erachter dat de dag nog grotendeels voor ons ligt, dus we stappen in de auto en we rijden naar het havenstadje Wyndham. 100 kilometer ten noorden van Kununurra. Wyndham blijkt echter bijna te zijn verworden tot een spookstad. Alle winkels zijn gesloten en de ramen van de meeste huizen zijn dichtgetimmerd. Aan de gevel van sommige panden hangen informatieborden waarop staat te lezen wat er ooit in het gebouw was gevestigd. We nemen een kijkje op het Pioneer Cemetery waar de moedige mannen en vrouwen rusten die veelal ten onder zijn gegaan aan de extreme weersomstandigheden. Vanaf de berg aan de rand van de stad heb je wel een te gek uitzicht op de baai en kun je zien hoe daarin maar liefst vijf rivieren uitmonden.

Op de terugweg stoppen we bij 'The Grotto': een gorge waarvan je de bodem (noem je dat zo) kunt bekijken door 140 treden naar beneden te klimmen. Zelfs daar draaien we op het heetst van de dag onze hand niet voor om. Beneden aangekomen staat het water toch wel erg laag en we zijn er niet helemaal zeker van of hier nou wel of geen krokodillen zitten, dus we besluiten zonder te gaan zwemmen van het uitzicht te genieten.

Zwemmen doen we later, een stuk minder avontuurlijk, in het zwembad op de camping waar ons wederom een hete nacht te wachten staat...

Dag 18: Kununurra -> Fitzroy Crossing
Vandaag rijden we 650 km richting de westkust en maken we niet zo heel veel mee. We vullen onze uren met remmen voor koeien, geiten en roadtrains: vrachtwagens met meestal vier aanhangwagens. Zo nu en dan toeteren we naar roofvogels die lekker knabbelen op een aangereden koe of kangoeroe om ervoor te zorgen dat onze voorruit intact blijft. Natuurlijk zwaaien we naar alle tegenliggers. Het is een gezellige boel op de snelweg in de outback.

We brengen de nacht in stijl door, want we slapen in een soort motelkamer met airco op een camping in Fitzroy Crossing. Wederom een echte tussenstopplaats, maar wel een van formaat met twee campings, drie benzinestations, twee buurtsupers en een 'bargainshop'.

Dag 19: Fitzroy Crossing -> Broome
Another day on the road. We zijn veilig aangekomen, dus veel spannends is er wederom niet te vertellen. Onderweg hebben we ons vermaakt met het luisterboek 'Harry Potter en de steen der wijzen'.

Broome ligt aan de Indische Oceaan en kenmerkt zich door afzichtelijke witte stranden en een overdreven blauwe zee. Heel vervelend allemaal. Het is hier ook nog eens koud en winderig. Als je uit de binnenlanden komt, waar het 42 graden is, dan is 32 echt even slikken. Morgen maar eens een dagje acclimatiseren ;-)

4 opmerkingen:

Anoniem zei

Hey daar! Even interactief 'meereizend' en inzoomend via Google Earth. Staan jullie toevallig op Roebuck Bay Caravan Park? Via internet staan er prachtige foto's bij. Vast geen slagboom, ANWB-goedgekeurd-kampeer-bord, betaald parkeren voor bezoekers of Nederlands 'animatieteam' te vinden, denk ik? Joepie, doe mij ook zo'n strandcamping!! Véél plezier, kus en knuffels!
Edith

P.S.; Edith Falls?... hoe was het daar? Ik hoop er wel een foto van te zien!

Anoniem zei

Nee niet op Roebuck Bay, maar op Cable Beach Caravan Park: inderdaad zonder 'all of the above', maar stiekem wel met een heel groot zwembad en onwijs schone, lekkere douches. Foto van Edith Falls ga je zeker zien! Even kijken of we binnenkort wat foto's kunnen uploaden...

Anoniem zei

Fantastisch om zo mee te genieten! En ook prettig dat er af en toe iets "mis" gaat; als alles zo gladjes verloopt, zou je maar indutten in dat uitgestrekte land! En Erica, niet te veel fantaseren over "hoe het zou zijn ....." we willen je opgewekte persoontje natuurlijk wel graag terugzien op het Houtplein!

annoesjka zei

“de kangoeroes, die gewoon rond onze tent hupsen”... OMG, hoe COOL is dat?!?

Ik wist niet meer hoe de tune van de Flying Doctors ging. Gelukkig hebben we Vera hier die ‘m even opzocht. Nu zit ‘ie ook in m’n hoofd. Dank je wel, Erica.