01 januari 2009

Everybody needs good neighbours...

Dag 36: Perth -> Bunbury
Voor we onze weg naar zuiden vervolgen, besluiten om een snelle blik op de stad te werpen waar straks onze reis door West-Australië gaat eindigen. De binnenstad blijkt echter afgesloten, vermoedelijk omdat vandaag de Kerstman feestelijk wordt onthaald.

Even buiten het centrum is Kings Park, waar ook de botanische tuinen zijn (die heb je hier in elke stad van enig formaat). In het park is het een drukte van jewelste. Her en der staan overdekte picnictafels, waar familiefeestjes en schoolreünies aan de gang zijn. We slenteren overal tussendoor en vergapen ons aan het schitterende uitzicht over een bescheiden aantal wolkenkrabbers die rond de rivier staan. De lucht is blauw, we hebben geen zorg aan ons hoofd en voelen ons volmaakt gelukkig.

De reis naar Bunbury voert ons door Fremantle. Dat is een stadje dat inmiddels aan Perth is vastgegroeid en waar nog veel historische gebouwen het straatbeeld sieren. Verder zien we vooral veel nieuwbouw tussen Perth en Bunbury. Het doet een beetje denken aan de oerhollandse Vinexwijken, maar dan met meer ruimte en écht aan het water. De helderblauwe kanalen die door de wijken lopen staan in directe verbinding met de zee, alle huizen (zeg maar villa's) zijn vrijstaand en groot.

Ook Bunbury overtreft onze verwachtingen als het gaat om de grootte. Veel winkels in dit stadje, maar helaas allemaal gesloten, zodat we noodgedwongen uit eten moeten (heel vervelend). Op de terugweg naar de camping komen we langs een huis dat schuilgaat onder honderden kleine lichtjes in alle kleuren. De tuin is uitgerust met een opblaasbare sneeuwman, een dansende kersman, een kerststal en een regiment kerstelfen: Landsmeer in het klein. Er staat zelfs een file voor de deur.

Dag 37: Bunbury -> Margareth River
Nadat we de tent alweer hebben opgebroken, steken we de weg over vanaf de camping om dolfijnen te kijken. Aan een stuk professorisch afgesloten strand staan het bezoekerscentrum en een dependance van de Universiteit van Perth. We moeten vier euro de man betalen om naar binnen te mogen en we hebben geluk. We zijn net een kwartiertje aan het rondkijken in het bezoekerscentrum als we worden geroepen door een van de vrijwilligers die op het strand de wacht houden: “they're here!¨ We snellen naar buiten en lopen samen met de andere bezoekers geflankeerd door de vrijwilligers de zee in. Daar zwemmen een stuk of zes dolfijnen vlak voor ons heen en weer. De vrijwillige mevrouw naast ons kan ons de namen van de dolfijnen die vandaag op bezoek zijn vertellen. Ze herkent ze aan de littekens op hun vinnen. Er is er niet een bij die ongehavend is, dat komt door aanvaringen met haaien of schepen. Wij en de dolfijnen bekijken elkaar een tijdje aandachtig en als de dolfijnen er genoeg van hebben, gaan ze er weer vandoor.

Da's niet erg, want onze voeten raken inmiddels aardig onderkoeld. Terwijl wij een kopje koffie halen, begint het zachtjes te regenen. We hebben al gauw aanspraak van een van de vrijwilligers: een beetje een norse Australiër met slaapverwekkende verhalen over de boten die de haven van Bunbury aandoen. Nadat het scheepsverkeer van vandaag is behandeld, komt er een andere vrijwilliger met een interessanter verhaal.

Als je op reis bent in Australië, begint een gesprek 9 van de 10 keer met de vraag: “where are you from?” Nadat die is beantwoord, kun je dezelfde vraag terugvuren. Zo komen we erachter dat de man die de norse vrijwilliger heeft afgelost, geboren is in Zuid-Afrika. Hij zit in een rolstoel, dat komt door een aangeboren afwijking waardoor hij vanaf zijn middel is velamd. Gelukkig besloten zijn ouders te emigreren naar Australië, anders had hij vanaf zijn zeventiende in een sociale werkplaats wasknijpers moeten maken. Nu is hij medeorganisator van vis- en dolfijnencruises voor gehandicapten, schrijft hij voor de lokale krant en helpt hij als vrijwilliger mee in het dolfijnencentrum.

Na dit inspirerende gesprek vervolgen wij onze weg. De volgende bestemming is Margareth River en om daar te komen, rijden we door een verrassend groene bosrijke omgeving met veel wijngaarden. We ondervinden aan den lijve waarom het hier zo groen is. Op het moment dat wij een camping hebben gevonden, vallen ook hier de eerste druppels uit de hemel en staan we (zeer on-Australisch) de tent op te zetten in de regen.

...ja, lach maar even...

Als de tent staat, nemen we onze toevlucht weer tot de auto en maken we een ommetje door de omgeving. We zitten vlakbij Leeuwin National Park: beschermd duingebied. De weg naar de kust is dus erg groen. Het landschap doet aan Egmond denken. Alleen dan iets uitgestrekter en ongerept. Op een verder verlaten strand wagen een stuk of 4 surfers hun leven op de metershoge golven.

Dag 38: Margareth River -> Albany
De hele nacht in Margareth River hebben we kunnen genieten van het zachtjes tikken van de regen op onze tent. Zo nu en dan werd dat geluid afgewisseld met het geluid van iets hardere of keiharde regen. Als het tijd is om onze hoofdjes weer naar buiten te steken, is het gelukkig droog en redelijk zonnig. We wachten geduldig tot de tent weer is opgedroogd voordat we vertrekken in de richting van Augusta. Een plaatsje met een schitterende ruige kustlijn. Tussen september en begin november heb je kans om hier walvissen te zien die op doortocht zijn naar warmere (of waren het nou koudere) oorden.

Die informatie blijkt te kloppen, want vandaag, ergens begin december, is er geen walvis te bekennen. Weinig reden dus om in Augusta neer te strijken. We rijden verder door de nog steeds bosachtige omgeving en maken een wandelingetje bij een waterval waarvan we de naam zijn vergeten.

Onze reis van vandaag eindigt in Albany. Dit was ooit, ergens halverwege de 19de eeuw de eerste Engelse nederzetting in WA. De meeste gebouwen uit die tijd zjn bewaard gebleven en dat maakt het een sfeervol stadje, dat wel iets wegheeft van het decor van een wildwestfilm.

De camping is ook leuk. Die ligt een eindje buiten de stad aan de oever van een rivier. Om het kampeerterrein heen ligt een 9-hole golfbaan waar een kudde kangoeroes woont. Hier zien we eindelijk een kangoeroe met een kleintje (Joey's) in haar buidel. Zo schattig!

We raken aardig bedreven in het arriveren na sluitingstijd, dus we eten vanavond typisch Australisch bij de Italiaan. Erica lust wel een wijntje bij het eten. Dat kan, maar die moet ze dan wel even bij de bottleshop (slijterij, die vaak wel tot laat open zijn) gaan halen, want dit restaurant heeft geen drankvergunning. BYO- restaurants (Bring Your Own) ontkurken de fles voor je en je mag ook nog hun glazen gebruiken.

Bijkomend voordeel van een wijntje bij het eten: koud hebben we het niet in de tent. Dat zou zonder alcohol ongetwijfeld anders zijn geweest, want het regent alweer en de nachttemperatuur komt angstaanjagend dicht bij de 15 graden...

Dag 39: Albany
We zijn zo onder de indruk van het stadje Albany, dat we besluiten er een dagje te blijven. We struinen lekker door het centrum en we rijden naar de bergen rondom de stad waar we goed uitzicht hebt over het stadje en de mooie kustlijn. Daar is ook nog een fort dat in de tweede wereldoorlog is gebruikt om de haven van Albany te beschermen. Tijdens de koude oorlog hadden de Amerikanen hier een uitvalsbasis.

Deze avond ontvluchten we de kou (...) door een bezoekje aan de bioscoop. We zien de film waar het hele land al weken vol van is. Australia, the movie met Nicole Kidman in de hoofdrol heeft een hoog Disney-gehalte, maar is al met al best vermakelijk. Voor ons zeker, want er komen een aantal plaatsen in voor die we in het echie hebben gezien.

De film vertelt het verhaal van een Engelse vrouw die aan de vooravond van de tweede wereldoorlog een cattlestation in de buurt van Darwin erft. Ze besluit de boel niet te verkopen, maar blijft op de afgelegen boerderij wonen en zet het bedrijf voort. En passant adopteert ze ook nog een Aboriginal jongetje. Het jochie wordt haar op een gegeven moment weer afgenomen om naar een heropvoedingskamp te gaan. Daar laat ze het natuurlijk niet bij zitten...

Nog helemaal vol van het geromantiseerde beeld dat in de film wordt geschetst van Australië, liggen we even later weer naar de regendruppels op ons tentzeil te luisteren.

Dag 40: Albany -> Esperance
We zijn krap een uurtje onderweg van Albany naar Esperance als we stuiten op een wegafsluiting. Er staat een meneer met een fluoriserend geel hesje op de weg, die zegt dat we zo'n zestig kilometer moeten omrijden, want de hoofdweg staat blank.

Waarschijnlijk was dat het geval als je via de onverharde wegen gaat. We weten bijna zeker dat we onderweg geen afslagen hebben gemist en toch hebben we bij aankomst zo'n 200 kilometer meer op de teller dan we van tevoren hadden berekend. Maar we blijven positief: toch 200 kilometer meer van Australië gezien!

Esperance is ook een beetje fris, dus we kiezen vannacht voor een hostel. Dan kan Erica mooi nog even aan haar huiswerk, want hoewel we nog op zo'n 1500 kilometer ten zuiden van Coral Bay zitten, de duikcursus begint over een dag of 4 en in het Engels lezen over de veranderende dichtheid van lucht als de druk toeneemt en het drijfvermogen van dingen in zoet of zout water valt best een beetje tegen.

Dag 41: Esperance -> Kalgoorlie
Voordat we weer verder reizen, doen we een rondje Esperance. Ergens vlak buiten de stad in het groene duingebied staat een schattig huisje met een veranda die uitkijkt over een enorm stuk land waar de bijbehorende paarden grazen. Een van de betere plekken op aarde om te wonen als je het ons vraagt.

Lunchen doen we vandaag aan een picnictafel in Norseman. Dit stadje is vernoemt naar de man die hier voor het eerst goud vond. Hij stamde af van de Noormannen, daar komt de naam Norseman vandaan. Als je de befaamde rit over de Nullarbor Plain wilt doen dan start of eindigt je reis hier. Je passeert de Nullarbor Plain als je van West-Australië naar Adelaide reist. Onderweg kom je dan voornamelijk niks tegen, maar wel het langste stuk rechte weg ter wereld, 150 kilometer (Australiërs hebben de gave om overal een toeristische attractie van te maken...).

Coolgardie is onze volgende stop. Hier woonden ooit, toen er nog veel goud werd gevonden 15.000 mensen. Dat zijn er vandaag de dag nog 1250, maar die hebben wel lekker de ruimte. Het gevolg is, dat Coolgardie is verworden tot een spookstadje, waar de meeste winkels zijn dichtgetimmerd en waar het enorme, pompeuze gemeentehuis (inclusief kerstversiering) en het statige postkantoor een beetje uit de toon vallen.

Naast Coolgardie ligt Kalgoorlie (what's in a name), waar op een gegeven moment meer goud werd gevonden. Kalgoorlie is nu wat Coolgardie ooit was: een florerende mijnstad. Op de camping maken we vandaag geen vrienden. Om onze plek te bereiken, moeten we langs een camper en rijden we over zijn slangen heen. Dat vindt de buurman niet leuk. Als hij vraagt of we dat niet meer willen doen, zoeken we een andere weg naar onze plek, maar het kwaad lijkt al geschiedt. Van een afstandje staat hij de hele tijd naar ons te kijken en hij praat op een beetje samenzweerderige manier met wat andere buren, terwijl zijn blik op ons blijft rusten. Erica verwacht daarom dat hij zint op wraak en dat de tent volledig wordt gesloopt als we even naar het stadje gaan, maar dat valt gelukkig mee. Zelfs het luchtbed is nog vol ;-)

's Avonds genieten we van (voor de verandering) weer eens een zwoele zomeravond, terwijl in de verte iemand op een mondharmonica speelt...

Geen opmerkingen: