13 maart 2009

Do you want to work? Well, do you?

Dag 81: Adelaide
Vandaag moeten we weer eens vroeg uit de veren. Volgens het busschema vertrekt onze bus om 7.00 uur bij de halte voor de uitgang van de camping. En als we daar dan in stappen, zijn we een half uur later op de plaats van bestemming: de jachthaven van Adelaide. Daar ligt een catamaran voor ons klaar. We gaan namelijk dolfijnen zoeken vandaag.

Jammer genoeg had Erica op het verkeerde busschema gekeken. Dit keer waren wij voor de verandering eens een keer op tijd bij de halte. Alleen zou de bus pas 20 minuten later komen. En als we op die bus zouden wachten, misten we zeker de boot. Dus toch maar met de auto. Dat was ons afgeraden omdat het parkeren bij de jachthaven erg prijzig is. Dat blijkt te kloppen, maar achter het dure parkeerterrein vinden we een straatje waar je gewoon gratis kan staan.

Op de boot krijgen we wetsuits. Professioneel als we inmiddels zijn, hebben we zelf onze duikbril meegebracht. Dan krijgen we uitleg van de tourguide van vandaag. Geen idee meer hoe hij heet. Vast Dave. Dave heeft hip haar en is natuurlijk enorm bruin. Hij staat namelijk elke dag op het dek van de catamaran op de uitkijk naar dolfijnen. Nog voor we de haven uit zijn, hebben we er al 2 gezien (helaas, pindakaas, daar gaat de eventuele refund die ons is beloofd als we vandaag geen flipper look-a-likes tegen zouden komen).

De bedoeling is dat, wanneer Dave of een ander crewlid een kudde dolfijnen ziet (het zijn tenslotte zoogdieren), alle aanwezigen op de boot met een noodgang via het achterdek te water gaan en aan de lijnen gaan hangen die ze achter aan de boot hebben vast gemaakt. Wel opletten dat je niet de middelste lijn vastpakt, want daar staat spanning op. De elektrische pulsen die van die lijn afkomen zijn bedoeld om de haaien uit de buurt te houden. Niet geheel onbelangrijk.

Na vijf minuten is het al zover. “Swimmers get ready”, galmt het over de boot. En inderdaad: in de verte zien we vinnen boven het water uitsteken. “Swimmers in! Swimmers in!”, de paniek die is uitgebroken op de catamaran doet een beetje aan 'Titanic, the movie' denken. Alleen wil nu iedereen zo snel mogelijk het water in, in plaats van de reddingssloepen. De zee die er toch echt heel tropisch uitziet, blijkt qua temperatuur zuidpoolambities te hebben. Koud! Tot overmaat van ramp zijn de dolfijnen niet erg geïnteresseerd in 20 toeristen in wetsuit die worden voortgetrokken door een grote zeilboot. Ze zwemmen een compleet andere kant op en even later staat iedereen een tikkie gedesillusioneerd weer aan boord. Deze oefening herhaalt zich de komende drie uur nog een keer of 6, maar steeds hebben we niet erg veel succes. Gelukkig kunnen we tussendoor lekker chillen in het zonnetje.



Wat trouwens wel naar is: na een tijdje op de boot moet je op een gegeven moment toch plassen. Nu is het aan- en uittrekken van een wetsuit een kunst op zich, zeker als je een nat pak hebt. Eigenlijk wil je dus helemaal niet naar de wc, maar ook plassen in je rubberen tenue is geen optie. Op een gegeven moment houd je het natuurlijk écht niet meer en zit er niets anders op dan je benedendeks te begeven en in een hokje van 1 bij 1 het gevecht met het wetsuit aan te gaan. Alsof je het daar al niet warm genoeg van krijgt, zit je met gespitste oren te luisteren of je Dave niet toevallig 'Swimmers get ready' hoort roepen. Lekker op je gemak zit je dus niet.

Goed. Op de boot zitten verder onder meer 4 Amerikanen die voor 2 weken op vakantie zijn in Australië (weekje Adelaide bij vrienden, weekje Sydney). Zonde van het geld, als je het mij vraagt. Ze zijn ook best verbaasd dat Australië zo groot is. Ja, haha, niet alles is 'bigger in the States'!

Verder aan boord: een Australisch gezinnetje dat een dagje uit is. Het is hier tenslotte zomervakantie. De vrouw blijkt ook hardloopster. Al durft Erica zichzelf na 2 keer rennen in de afgelopen 2, 5 maand niet meer zo te noemen. Haar excuus is steeds: Australië is geen land om hard in te lopen. Daarom voelt ze zich helemaal een mietje als de vrouw vertelt dat ze een paar weken geleden heeft meegedaan met de Adelaide Hills Run. 's Ochtends vroeg beginnen in de stad en dan hollen naar de hoogste top in de heuvels die Adelaide omringen. 30 kilometer! Op het heetst van de dag! Respect voor haar.

De trip zit er bijna op en we koersen alweer naar de jachthaven van Adelaide als we Dave weer opgewonden horen schallen: “Swimmers get ready”. Iedereen is inmiddels wat cynisch en de gang naar het achterdek neemt dus wat meer tijd in beslag dan de vorige zes keer. Bovendien besluit de helft van de aanwezigen aan boord te blijven. Erica niet. Die houdt de moed erin en ligt even later weer te water. De kudde dolfijnen die hier dicht bij de bewoonde wereld woont, is waarschjnljk wat meer gewend aan het toch ritueel. Ze komen gezellig aan de zijkant van de boot zwemmen en we kunnen ze onder water ook goed bekijken. Er zijn zelfs jonkies bij! Typisch gevalletje 'de aanhouder wint'. Dus gaan we alsnog allemaal moe maar tevreden van boord.

's Middags zoeken we in de stad naar een surfschool, want we hebben ineens bedacht dat we ook wel willen leren surfen. Eerst lopen we een soort reisbureautje binnnen dat zich heeft gespecialiseerd in tourtjes in de omgeving. 'We want to learn to surf', steekt Erica van wal. 'Do you want to work?', zegt de mevrouw achter de balie. Erica probeert het nog een keer: 'No, we want to learn to surf.' De vrouw kijkt schaapachtig: 'Do you want to work?' Erica: 'No, we want to learn to surf.' De vrouw kijkt nu een beetje bozig: 'Yes, do you want to work?' We willen bijna 'ja' gaan zeggen om van deze rare situatie af te zijn, maar besluiten nog een poging te wagen. Erica maakt een golvend gebaar met haar arm en zegt nog een keer duidelijk: 'surf'. Het kwartje valt. 'Oh! I thought you said serve'. Muts. Ze kan ons ook niet echt helpen en raadt ons aan om op internet te zoeken naar surfscholen in de buurt van Adelaide. Briljant! Dat we daar zelf niet aan gedacht hadden! Ook bij de plaatselijke VVV hebben ze deze vraag nog nooit gehoord, maar de dame op leeftijd achter de balie in het paviljoen op de winkelstraat loopt samen met ons de yellow pages door en noteert alle telefoonnummers en adressen. Verder moeten we van haar oppassen voor de haaien en Rik krijgt het advies om zich beter in te smeren, want de blos op zijn wangen is haar iets te rood. Heerlijk die moederlijke bemoeienis zo ver van huis!

We gaan met het lijstje van de VVV-mevrouw toch maar even een internetcafé binnen om te zien welke surfschool de beste deal heeft. Uiteindelijk vinden we er 1 waar we morgenmiddag terecht kunnen voor een les van 3 uur. De surfdude aan de andere kant van de telefoon kan niets beloven, maar de meeste mensen kunnen dan wel heel even op de plank staan. We zijn benieuwd...

Geen opmerkingen: